Kenmerken van FAS(D)

Als je kind FAS(D) heeft of je dit zelf hebt, dan kun je dat soms herkennen aan bepaalde lichamelijke kenmerken. Zo kan het hoofdje van een baby kleiner zijn dan dat van leeftijdsgenootjes. Ook is het mogelijk dat een baby bij de geboorte minder weegt dan een gezond kindje en ook op latere leeftijd kan iemand kleiner en lichter blijven dan gemiddeld. In het gezicht kan je FAS(D) soms herkennen aan een plat neusgootje, een dunne bovenlip en een smalle oogspleet.

Een baby met FAS(D) kan ook andere kenmerken hebben, zoals:

  • moeite met zuigen en drinken
  • moeite met kauwen
  • moeite met leren lopen, zitten en staan
  • moeite met leren praten

Wanneer een kind ouder wordt, kunnen er problemen ontstaan in de ontwikkeling op meerdere gebieden. Een kind kan bijvoorbeeld problemen hebben met gedrag, emotie, denken, communicatie en bewegen (motorische problemen).

Diagnose van FAS(D)

Bij de geboorte merk je misschien al dat een baby een kleiner hoofdje heeft en minder weegt dan een gezonde baby. Ook kun je merken dat er problemen zijn met bijvoorbeeld zuigen, drinken en kauwen. Ook kan de groei en ontwikkeling van je kind langzamer gaan. Op oudere leeftijd kan je merken dat de ontwikkeling moeizaam verloopt. Iemand kan dan naast bijvoorbeeld leerproblemen, slecht lichaamsbesef, eetproblemen en zintuiglijke problemen ook last hebben van gedragsproblemen. Wanneer er bekend is dat er in de zwangerschap alcohol is gedronken en meerdere problemen naar voren komen, kan ook gedacht worden aan FAS(D).  

Met deze kenmerken en klachten kom je vaak eerst bij je huisarts of de arts van het consultatiebureau. Als de arts denkt dat er sprake kan zijn van FAS(D), dan kan die verwijzen naar een kinderarts of een (kinder- en jeugd)psychiater.

Deze arts stelt je vragen over het gedrag van je kind en onderzoekt of er sprake is van de kenmerken die bij FAS(D) horen. De diagnose FAS(D) wordt vaak gesteld bij een specialistische polikliniek op het gebied van FAS(D).

Als de arts alle kenmerken vindt, krijgt je kind de diagnose FAS(D). De arts kan ook voor verder onderzoek verwijzen naar een FAS(D) polikliniek. Vindt de arts meerdere kenmerken, maar niet alle, dan kan er sprake zijn van een andere vorm binnen het FAS spectrum. Er zijn verschillende vormen die vallen onder de diagnose Foetaal Alcohol Spectrum Disorders (FAS(D), zoals partieel FAS (pFAS) of Alcohol Related Neurodevelopmental Disorder (ARND).

Bij partieel FAS zijn er veel kenmerken in het gedrag, hoe iemand eruit ziet of in iemands groei en ontwikkeling. Bij ARND ziet iemand er meestal niet anders uit, maar verandert het gedrag vaker en groeit en ontwikkelt iemand minder.

Als je een baby met FAS(D) hebt, kan de definitieve diagnose vaak nog niet worden gesteld. Meestal kan dit pas op latere leeftijd, als er problemen met leren of het gedrag ontstaan.

Er op volwassen leeftijd achter komen dat je FAS(D) hebt, kan heftig zijn. Je ervaart misschien al lange tijd onbegrip en dat is vervelend. Het is moeilijk dat de klachten die je ervaart, zijn ontstaan door het alcoholgebruik van je moeder tijdens de zwangerschap.

Oorzaken van FAS(D)

Als je tijdens je zwangerschap alcohol drinkt, dan kan er FAS(D) bij je ongeboren kindje ontstaan. Bij het drinken van alcohol komt de stof namelijk niet alleen in jouw bloed, maar ook in het bloed van je baby.

Omdat het lichaam van je baby nog in ontwikkeling is, kan het niet goed omgaan met alcohol. Ook zijn de hersenen extra gevoelig voor de giftige gevolgen van alcohol. Daarom kunnen een paar glazen alcohol de hersenen van je ongeboren kindje al ernstig beschadigen. Als je zwanger bent, is het dus verstandig om helemaal geen alcohol te drinken.

Het is niet bekend welke hoeveelheid alcohol tot FAS(D) kan leiden. Het beste advies voor mensen die zwanger zijn, is om helemaal geen alcohol te drinken. Ook bij kinderen van moeders die niet regelmatig, maar af en toe grote hoeveelheden alcohol hebben gedronken, kan een FAS(D) ontstaan. Wanneer er alcohol is gedronken, hoeft dit niet te betekenen dat je als kind ook zeker FAS(D) krijgt. Er is meer onderzoek nodig om te verklaren waarom het ene kind bij het drinken van alcohol door de ouders wel FAS(D) krijgt en het andere niet.

Behandeling van FAS(D)

Van FAS(D) kan je kind niet genezen. Wel zijn er medicijnen die kunnen helpen tegen gedragsproblemen of lichamelijke problemen. Ook bestaan er behandelingen die de klachten kunnen verminderen.

Zo kan een logopedist helpen bij problemen met praten. Als er problemen zijn met bewegen, kan een fysiotherapeut helpen om dit makkelijker te maken. Bij problemen met emoties en het gedrag kan een psychiater of psycholoog je kind leren om beter met de aandoening om te gaan.

Soms zorgt FAS(D) voor problemen met zien, horen, de nieren of het hart. Een behandeling hiervoor kan dan nodig zijn.

Gevolgen van FAS(D)

Door FAS(D) ontwikkelt je kind zich misschien langzamer dan gezonde kinderen. Daardoor kunnen er op elke leeftijd andere problemen ontstaan. Dit betekent ook dat je kind last kan houden van mentale en lichamelijke klachten, zelfs als het volwassen is. Als je op volwassen leeftijd ontdekt dat je FAS(D) hebt, dan kan dat best heftig zijn. Je hebt misschien veel onbegrip ervaren en al lange tijd gemerkt dat sommige dingen niet lukken.

FAS(D) kan verschillende gevolgen hebben voor het dagelijks leven:

  • Thuis: je kunt problemen hebben met zien, horen en bewegen. Je hebt een grotere kans om mentale klachten te krijgen en je bent gevoeliger om verslaafd te raken. Het is moeilijker om voor jezelf te zorgen en gezond te leven.
  • Werk en school: door problemen met leren, onthouden of het opnemen van informatie kan het lastiger zijn om iets te begrijpen. Special onderwijs kan nodig zijn. Het kan ook lastig zijn om een baan te vinden en te houden.
  • Vrije tijd: je kunt evenwichtsproblemen hebben. Lopen of fietsen is dan moeilijker. Bij ernstige klachten heb je begeleiding nodig bij het doen van dagelijkse activiteiten.
  • Sociale contacten: FAS kan leiden tot problemen met emoties, seks en het gedrag. Ook kan je kenmerken van ASS hebben. Sociaal contact kan daardoor meer moeite kosten en het kan lastiger zijn om vrienden te maken.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • Drs. Gabré Witteveen, GZ psycholoog afdeling Kinder & Jeugd, Gelre Ziekenhuis te Zutphen

Laatste update: april 2024