Wat is overprikkeling?

Een prikkel is een stukje informatie dat binnenkomt via onze zintuigen. Zo kunnen we prikkels zien, horen, voelen, ruiken, en proeven. Dit noemen we externe prikkels. Ook pijn, gedachten, gevoelens en emoties zijn prikkels; zogenaamde interne prikkels. Normaal gesproken verwerken je hersenen deze prikkels zonder dat je het in de gaten hebt. Ze selecteren de informatie die belangrijk is en filteren de prikkels die niet belangrijk zijn. Bij overprikkeling worden prikkels niet goed verwerkt. Je kunt dan veel meer prikkels ervaren dan normaal of het kost meer moeite om prikkels te verwerken. 

Er is nog geen goede test om overprikkeling te meten en om te bepalen waarom en wanneer er overprikkeling ontstaat bij iemand. Daarom weten we ook niet precies hoeveel mensen er last van hebben. En omdat we niet precies weten wat het is, is er ook nog geen behandeling die voor iedereen geschikt is. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de oorzaken en naar goede tests zodat een eventuele behandeling precies op maat kan worden gegeven. 

Veel mensen met een hersenaandoening hebben last van overprikkeling, maar ook mensen zonder hersenaandoening kunnen weleens overprikkeld zijn. Zoals na een periode van weinig activiteiten door een lockdown. De hersenen zijn daardoor gewend geraakt aan minder prikkels. Je moet na zo’n periode dan ook rustig opbouwen om weer met meer prikkels om te kunnen gaan.  

De gevoeligheid voor prikkels en hoe je daarmee omgaat, is bij iedereen verschillend. Dat heeft niets te maken met hersenaandoeningen, er zijn nu eenmaal veel verschillen tussen mensen. Zo gaat de één graag naar een druk muziekfestival met harde muziek en veel mensen, terwijl de ander liever in het bos wandelt. 

Kaartje | Overprikkeling

Overprikkeling komt veel voor bij hersenaandoeningen en heeft een enorme impact. Het kan leiden tot klachten als vermoeidheid, overgeven en hoofdpijn. Of het kan de klachten die je al hebt door een hersenaandoening erger maken….

Alle zintuigen kunnen overprikkeld raken 

Overprikkeling geldt voor alle zintuigen: zien, horen, voelen, ruiken of proeven. Ook kan overprikkeling specifiek zijn voor een bepaald zintuig. Zo kun je bijvoorbeeld heel snel last hebben van harde geluiden, maar heb je geen moeite met aanrakingen van de huid.  

Onzichtbaar 

Van de buitenkant is het moeilijk te zien of iemand last heeft van overprikkeling. Niet iedereen begrijpt dat een situatie die normaal is voor de één, onleefbaar kan zijn voor iemand met overprikkeling. Voor de één maakt het in de supermarkt niet veel uit hoe druk het is. Voor de ander is de topdrukte tussen 17:00 en 18:00 uur onmogelijk. 

Kenmerken van overprikkeling 

Bij overprikkeling heb je vaak last van één of meer van deze kenmerken: 

  • je bent gevoeliger voor prikkels: prikkels zoals licht of geluid komen harder binnen dan voorheen 
  • je ervaart meer prikkels dan voorheen 
  • alle prikkels lijken even sterk 

Hierdoor: 

Aan de slag met jouw overprikkeling

Heb jij last van overprikkeling door een hersenaandoening? Ga dan aan de slag met het PrikkelPlan. Met deze online tool ontdek je hoe overprikkeling er bij jou uitziet en wat jou kan helpen.

Impact van overprikkeling

De impact van overprikkeling verschilt van persoon tot persoon: het geeft bij de één een druk en vermoeiend gevoel, en kan bij een ander leiden tot een zeer ernstige beperking.  

Mensen met overprikkeling hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties. Bij sommige mensen leidt dit tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval. Overprikkeling kan uiteindelijk ook leiden tot invaliditeit en een volledig geïsoleerd bestaan zonder hoop of zicht op verbetering. Maar dit hoeft niet bij iedereen zo te zijn. 

Omdat je aan de buitenkant niet ziet of iemand overprikkeld is, zorgt het vaak voor onbegrip in je omgeving. Iemand lijkt aan de buitenkant nog steeds hetzelfde, maar dagelijkse activiteiten als werken, studeren, een gezin runnen, of zelfs koken en boodschappen doen, lukken ineens niet meer.  

Overprikkeling kan ervoor zorgen dat je moeite hebt met:

  • Iets begrijpen

    Overprikkeling kan ervoor zorgen dat je veel moeite moet doen om iets goed te begrijpen. Je kan het bijvoorbeeld lastig vinden om een gesprek met mensen goed te volgen (bijvoorbeeld in een drukke omgeving). 

  • Jezelf verplaatsen

    Het geluid van het verkeer, een tikkend stoplicht, de felle zon: je hersenen krijgen veel prikkels binnen als je op pad gaat. Door de hoeveelheid prikkels die je tijdens een gewone autorit of fietstocht kunt zien, horen, ruiken of voelen, ben je soms gewoon te moe voor de supermarkt of een doktersbezoek. 

  • Jezelf verzorgen

    Door overprikkeling kan je zo vermoeid raken dat het ten koste gaat van jezelf. Zorgen voor jezelf kan er dan bij inschieten. 

  • Omgaan met anderen

    We zien ook dat mensen die snel overprikkeld zijn minder makkelijk contact hebben met anderen. Als het je bijvoorbeeld niet meer lukt om samen iets leuks te doen omdat je dan in situaties komt waarin je snel overprikkeld raakt, maak je de afspraak bijvoorbeeld maar niet of zeg je een feestje toch maar af. Mensen begrijpen dit vaak niet, waardoor je je eenzaam kunt voelen. 

  • Dagelijkse activiteiten

    Bijna alles wat je doet heeft een enorme vermoeidheid tot gevolg. Je raakt bijvoorbeeld de draad kwijt in je denken en je krijgt hoofdpijn. Je hebt veel rustmomenten nodig en dat maakt het lastig om te werken, of naar school te gaan. Je kunt misschien niet naar een drukke sportschool, hoewel je weet dat het goed voor je zou zijn. 

  • Meedoen aan de wereld

    Soms zijn radio luisteren en naar de tv kijken je snel teveel. Kon je vroeger heerlijk ontspannen tv kijken, dan kan het bij overprikkeling een te grote inspanning zijn. Het gevolg kan zijn dat je belangrijk nieuws mist. 

    Omdat je veel moet rusten, kun je ook minder meedoen met het sociale leven. Soms moet je stoppen met werk of school. Zo kan je wereld, soms noodgedwongen, steeds kleiner worden. 

Overprikkeling kan ervoor zorgen dat je veel moeite moet doen om iets goed te begrijpen. Je kan het bijvoorbeeld lastig vinden om een gesprek met mensen goed te volgen (bijvoorbeeld in een drukke omgeving). 

Het geluid van het verkeer, een tikkend stoplicht, de felle zon: je hersenen krijgen veel prikkels binnen als je op pad gaat. Door de hoeveelheid prikkels die je tijdens een gewone autorit of fietstocht kunt zien, horen, ruiken of voelen, ben je soms gewoon te moe voor de supermarkt of een doktersbezoek. 

Door overprikkeling kan je zo vermoeid raken dat het ten koste gaat van jezelf. Zorgen voor jezelf kan er dan bij inschieten. 

We zien ook dat mensen die snel overprikkeld zijn minder makkelijk contact hebben met anderen. Als het je bijvoorbeeld niet meer lukt om samen iets leuks te doen omdat je dan in situaties komt waarin je snel overprikkeld raakt, maak je de afspraak bijvoorbeeld maar niet of zeg je een feestje toch maar af. Mensen begrijpen dit vaak niet, waardoor je je eenzaam kunt voelen. 

Bijna alles wat je doet heeft een enorme vermoeidheid tot gevolg. Je raakt bijvoorbeeld de draad kwijt in je denken en je krijgt hoofdpijn. Je hebt veel rustmomenten nodig en dat maakt het lastig om te werken, of naar school te gaan. Je kunt misschien niet naar een drukke sportschool, hoewel je weet dat het goed voor je zou zijn. 

Soms zijn radio luisteren en naar de tv kijken je snel teveel. Kon je vroeger heerlijk ontspannen tv kijken, dan kan het bij overprikkeling een te grote inspanning zijn. Het gevolg kan zijn dat je belangrijk nieuws mist. 

Omdat je veel moet rusten, kun je ook minder meedoen met het sociale leven. Soms moet je stoppen met werk of school. Zo kan je wereld, soms noodgedwongen, steeds kleiner worden. 

Oorzaak in de hersenen

De precieze oorzaak van overprikkeling is onbekend. Wel zijn er ideeën over de mogelijke oorzaken: 

  • Eén van de oorzaken heeft te maken met hoe de hersenen informatie van de zintuigen verwerken. De drempelwaarde om een geluid waar te nemen is veranderd waardoor je het geluid harder hoort dan het eigenlijk is. Of waardoor dat licht feller lijkt te zijn.
  • Wat ook een rol lijkt te spelen, is hoe de hersenen informatie van meerdere zintuigen samenvoegen. Normaal gesproken kunnen je hersenen bijvoorbeeld de mondbewegingen en de stem van iemand die je ziet praten bij elkaar voegen. Die informatie hoort namelijk bij elkaar. Als dit samenvoegen van informatie die bij elkaar hoort mis gaat, zou dit kunnen leiden tot overprikkeling. Je ervaart dan bijvoorbeeld twee prikkels in plaats van een. 
  • Een andere verklaring voor overprikkeling is dat je aandachtsfilter niet goed meer werkt. Normaal gesproken let je alleen op de informatie die belangrijk is voor waar je op dat moment mee bezig bent. Maar als je aandacht niet meer goed filtert, kun je hoofdzaken niet meer van bijzaken scheiden. Daardoor krijg je bijvoorbeeld teveel prikkels binnen, of komen alle prikkels op hetzelfde niveau binnen, ook de prikkels waar je op dat moment niets mee hoeft te doen. Je wordt bijvoorbeeld afgeleid door het geluid van de afwasmachine op de achtergrond. Je kunt dan minder goed gaan functioneren. 
  • Ook kan het zo zijn dat je juist teveel aandacht richt op prikkels waar je geen aandacht aan hoeft te besteden. Zoals aan het geluid van de kerkklokken buiten. Hierdoor wen je niet meer aan prikkels die er regelmatig zijn, maar waar je geen aandacht aan hoeft te besteden.  
  • Tot slot spelen persoonlijke factoren, zoals je gevoeligheid voor stress en je persoonlijkheid een rol. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld sneller angstig dan andere. Ook omgevingsfactoren, zoals een hoge werkdruk, beïnvloeden of en hoe snel je overprikkeld bent. Overprikkeling komt namelijk ook voor zonder dat er schade aan de hersenen is, zoals bij een burn-out.  

Aandoeningen die leiden tot overprikkeling

Veel mensen met een hersenaandoening hebben last van overprikkeling. Enkele voorbeelden zijn: een beroerte, de ziekte van Parkinson, een angststoornis, en hersenbeschadigingen door een ongeval. Maar ook mensen met een autismespectrumstoornis, depressie, ADD, of ADHD hebben vaak last van overprikkeling. 

Behandelen van overprikkeling

Er zijn nog nauwelijks vastgestelde behandelingen voor overprikkeling. Revalidatie kan zich wel bijvoorbeeld richten op: 

  • goede uitleg van hoe de hersenen werken en wat er door een hersenaandoening kan veranderen. 
  • het opbouwen van activiteiten volgens een schema dat bij jou past. Voor de een kan dat betekenen dat je langzaamaan meer gaat doen terwijl de ander juist moet leren doseren. 
  • het trainen van je aandacht zodat je via praktische oefeningen leert om je aandacht te richten op wat belangrijk is op dat moment. 
  • opnieuw leren regelen en plannen van je balans door hulpmiddelen en rust (compensatiestrategie). Je leert bijvoorbeeld om langzaam aan prikkels te wennen. Ook leer je om de dag bewust in te delen, met dingen die voor jou belangrijk zijn en veel rustmomenten. Ten slotte leer je om beter te luisteren naar de eerste signalen van overprikkeling, zodat je op tijd rust kunt nemen en de ergste overprikkeling kunt voorkomen. 
  • het leren herkennen van jouw gedachten en gevoelens bij de prikkels die binnenkomen. Door deze gedachten uit te dagen kun je leren om anders met prikkels om te gaan. 
  • het leren accepteren van je situatie. Dat kan bijvoorbeeld door ontspanningsoefeningen, mindfulness of Acceptance and Commitment Therapy (ACT). 

Tips voor mensen met overprikkeling

Een belangrijke eerste stap is het herkennen en erkennen van je eigen klachten. Dit kan je al een stuk rust geven. Het is belangrijk om te leren accepteren dat je veranderd bent. Van daaruit kun gaan kijken hoe je weer vooruit kunt gaan. Vaak zijn er nieuwe manieren om beter met je klachten en beperkingen om te gaan. Enkele tips zijn: 

  • Bespreek het met je huisarts

    Ga naar je huisarts om je problemen te bespreken en vraag om een dubbele afspraak, zodat je meer tijd hebt.

  • Leer omgaan met tijdsdruk

    Leer omgaan met je gevoel voor tijdsdruk. Plan voldoende ruimte in voor je activiteiten.

  • Rustige ontmoetingsplekken

    Ontmoet mensen op een rustige plek, bijvoorbeeld bij je thuis of in een bibliotheek.

  • Weet wat je beperkingen zijn

    Als je weet wat je eigen beperkingen zijn en wanneer je last hebt van overprikkeling, kan het je helpen om ermee om te gaan. Je kunt dan ook duidelijker uitleggen aan een ander wat jou helpt.

    En probeer signalen van overprikkeling te herkennen, zodat je op tijd rust kunt nemen.

  • Maak het bespreekbaar

    Maak bespreekbaar in je eigen omgeving hoe je je voelt. Andere mensen zien meestal niet of je overprikkeld bent. En voor de meeste mensen is het bijna niet voor te stellen wat het is om last te hebben van overprikkeling.

  • Doe wat je belangrijk vindt

    Zorg dat je de dingen die voor jou belangrijk zijn (werk, school, goede vrienden of familie zien of sporten) toch blijft doen, maar creëer genoeg rust ervoor en erna.

  • Schrijf je verhaal op

    Als je last hebt van overprikkeling kun je je ervaringen opschrijven of laten opschrijven. Er verandert veel in je leven en dat moet je dan allemaal ook nog verwerken. Je verhaal opschrijven kan helpen om meer grip te krijgen op de nieuwe situatie.

Ga naar je huisarts om je problemen te bespreken en vraag om een dubbele afspraak, zodat je meer tijd hebt.

Leer omgaan met je gevoel voor tijdsdruk. Plan voldoende ruimte in voor je activiteiten.

Ontmoet mensen op een rustige plek, bijvoorbeeld bij je thuis of in een bibliotheek.

Als je weet wat je eigen beperkingen zijn en wanneer je last hebt van overprikkeling, kan het je helpen om ermee om te gaan. Je kunt dan ook duidelijker uitleggen aan een ander wat jou helpt.

En probeer signalen van overprikkeling te herkennen, zodat je op tijd rust kunt nemen.

Maak bespreekbaar in je eigen omgeving hoe je je voelt. Andere mensen zien meestal niet of je overprikkeld bent. En voor de meeste mensen is het bijna niet voor te stellen wat het is om last te hebben van overprikkeling.

Zorg dat je de dingen die voor jou belangrijk zijn (werk, school, goede vrienden of familie zien of sporten) toch blijft doen, maar creëer genoeg rust ervoor en erna.

Als je last hebt van overprikkeling kun je je ervaringen opschrijven of laten opschrijven. Er verandert veel in je leven en dat moet je dan allemaal ook nog verwerken. Je verhaal opschrijven kan helpen om meer grip te krijgen op de nieuwe situatie.

Wat kun jij doen voor iemand met overprikkeling? 

Als je naaste last heeft van overprikkeling, dan is dat niet alleen zwaar voor de patiënt maar ook voor jou. Een paar dingen die je kunt doen: 

  • Zorg voor rust in huis: meerdere dingen tegelijkertijd doen kan spanning veroorzaken bij je naaste. Zet daarom de tv of radio uit als jullie met elkaar praten. En nodig niet te veel visite tegelijk uit.
  •  Zorg voor regelmaat: het kan helpen om op vaste tijden te slapen, eten en dagelijkse activiteiten te doen.
  • Benadruk wat er goed gaat. Zeg niet ‘ga je nu al weg?’ als iemand maar kort op je feestje komt. Maar vertel hoe fijn je het vindt dat diegene erbij was. Voor iemand met overprikkeling kan een kort bezoek namelijk al een hele uitdaging zijn.
  • Onderneem samen een prikkelarm uitje, zoals een wandeling in het bos. In de prikkelarme cultuuragenda vind je allerlei culturele activiteiten, zoals een prikkelarm bezoek aan een museum of theater.
  • Probeer signalen van overprikkeling op tijd te herkennen bij je naaste. Moedig je naaste aan om dan even te rusten, of om een prikkelarme omgeving op te zoeken.
  • Zorg ook goed voor jezelf en blijf bewegen: dit kan zorgen voor minder stress, meer energie en betere slaap.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van: 

  • prof. dr. Caroline van Heugten, hoogleraar Klinische Neuropsychologie, Universiteit Maastricht en Hoofd Expertisecentrum Hersenletsel Limburg
  • Marilien Marzolla, MSc, junior onderzoeker Expertisecentrum Hersenletsel Limburg en Universiteit Maastricht 
  • prof. dr. Iris Sommer, UMCG te Groningen
  • dr. Nathan van der Stoep, Universiteit Utrecht
  • dr. Tanja Nijboer, neuropsycholoog, Universiteit Utrecht en Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht
  • Ariana van Schaaijk van Hersenletsel-uitleg.nl