Wat zijn problemen met aandacht?

Aandacht is een belangrijke denkfunctie. Er zijn heel veel verschillende soorten aandacht. Zo kun je bijvoorbeeld alleen naar een lange film kijken als je je aandacht erbij kunt houden. Dan raak je de draad van het verhaal niet kwijt. Dit heet volgehouden aandacht.  

Of denk maar eens aan autorijden. Je kunt alleen goed blijven autorijden én een gesprek voeren met je bijrijder als je je aandacht voor lange tijd goed kunt verdelen. Je moet dan op het verkeer blijven letten maar ook je gesprek blijven volgen. Dit doe je met de verdeelde aandacht. 

Een ander voorbeeld. Je hebt met een vriend afgesproken om te gaan lunchen, maar het is op de afgesproken plek erg druk. Je kijkt dan snel door de ruimte op zoek naar je vriend, terwijl je de andere mensen overslaat. Ook daar gebruik je je aandacht voor: de gerichte aandacht. 

Je gebruikt aandacht dus de hele dag door in verschillende situaties. 

Mensen met een hersenaandoening kunnen problemen hebben met hun aandacht. Ze kunnen hun aandacht er minder lang bij houden of hun aandacht minder goed verdelen (‘filteren’). Ze hebben ook eerder last van overprikkeling, vermoeidheid, trager denken of geheugenproblemen.  

Kenmerken van problemen met aandacht

Bij de meeste dingen die je doet en meemaakt heb je wel je aandacht nodig. Daarom kunnen problemen met aandacht erg lastig zijn. Het valt dan bijvoorbeeld op door de volgende dingen: 

  • je bent snel afgeleid, een boek lezen lukt niet meer. Of je hebt bijvoorbeeld moeite om een film te volgen. 
  • je kunt niet meer dan één ding tegelijk doen, bijvoorbeeld autorijden en tegelijkertijd praten, 
  • informatie is je al snel teveel, je hebt meer tijd nodig om beslissingen te nemen,  
  • je begrijpt iets niet meer zo snel, het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken is moeilijk,  
  • je hebt moeite aandacht te geven als er tegelijkertijd achtergrond geluiden zijn (‘filteren’). 

Impact van problemen met aandacht

  • Iets begrijpen

    Problemen met aandacht kunnen ervoor zorgen dat je veel moeite hebt om iets goed te begrijpen. Het kan zijn dat je wat langzamer denkt. Dat komt omdat je moeite hebt verschil te maken tussen hoofdzaken en bijzaken. Daardoor heeft je geheugen het ook moeilijker. Maar het kan ook zijn dat je sneller vermoeid bent. Al deze klachten beïnvloeden elkaar. Als je moe bent, is het bijvoorbeeld moeilijker om je aandacht ergens bij te houden.  

  • Jezelf verplaatsen

    De juiste aandacht is heel belangrijk wanneer je meedoet aan het verkeer. Tijdens een gewone autorit of fietstocht moet je de situatie kunnen overzien en snel reageren. Je moet bijvoorbeeld op tijd stoppen voor rood licht of voor een kind dat plotseling de weg oversteekt. Als je problemen met je aandacht hebt, kan dit extra lastig zijn.  

  • Jezelf verzorgen

    Ook als je jezelf verzorgt, heb je je aandacht nodig. Bijvoorbeeld tijdens je ochtendroutine. Je moet dan verschillende taken uitvoeren: jezelf aankleden, wassen, ontbijten en tanden poetsen. Tijdens deze taken kun je afgeleid raken door prikkels uit je omgeving, zoals de radio die aanstaat, of je partner die je een vraag stelt. Het kan dan gebeuren dat je een taak niet afmaakt omdat je afgeleid bent 

  • Omgaan met anderen

    Als je contact hebt met anderen, is aandacht belangrijk. Om een gesprek te kunnen volgen, moet je je concentreren op het verhaal. Op een plek met veel achtergrondgeluid, zoals bij een verjaardagsfeestje of restaurant, kan het extra lastig zijn je aandacht bij een gesprek te houden. Als je zoiets moeilijk vindt, maak je zo’n afspraak misschien toch maar niet, of zeg je een feestje af.  

  • Dagelijkse activiteiten

    Het kan lastig zijn om je aandacht te bij je werk, studie of andere activiteiten te houden. Je krijgt niet alles meer voor elkaar zoals vroeger. Je hebt misschien meer rust nodig, of een rustiger omgeving. Dat kan het lastig maken om te werken, of naar school te gaan. Ook andere dagelijkse dingen vragen veel aandacht, zoals koken. Je moet dan zorgen dat je je aandacht verdeelt over de verschillende pannen en de tijd in de gaten houden. Het kan zijn dat dit lastiger geworden is. 

  • Meedoen aan de wereld

    Het nieuws volgen, naar de radio luisteren of tv kijken kan teveel voor je zijn. Als je zuinig moet zijn met je aandacht kan dat gevolgen hebben. Bijvoorbeeld dat je belangrijk nieuws hebt gemist. 

Problemen met aandacht kunnen ervoor zorgen dat je veel moeite hebt om iets goed te begrijpen. Het kan zijn dat je wat langzamer denkt. Dat komt omdat je moeite hebt verschil te maken tussen hoofdzaken en bijzaken. Daardoor heeft je geheugen het ook moeilijker. Maar het kan ook zijn dat je sneller vermoeid bent. Al deze klachten beïnvloeden elkaar. Als je moe bent, is het bijvoorbeeld moeilijker om je aandacht ergens bij te houden.  

De juiste aandacht is heel belangrijk wanneer je meedoet aan het verkeer. Tijdens een gewone autorit of fietstocht moet je de situatie kunnen overzien en snel reageren. Je moet bijvoorbeeld op tijd stoppen voor rood licht of voor een kind dat plotseling de weg oversteekt. Als je problemen met je aandacht hebt, kan dit extra lastig zijn.  

Ook als je jezelf verzorgt, heb je je aandacht nodig. Bijvoorbeeld tijdens je ochtendroutine. Je moet dan verschillende taken uitvoeren: jezelf aankleden, wassen, ontbijten en tanden poetsen. Tijdens deze taken kun je afgeleid raken door prikkels uit je omgeving, zoals de radio die aanstaat, of je partner die je een vraag stelt. Het kan dan gebeuren dat je een taak niet afmaakt omdat je afgeleid bent 

Als je contact hebt met anderen, is aandacht belangrijk. Om een gesprek te kunnen volgen, moet je je concentreren op het verhaal. Op een plek met veel achtergrondgeluid, zoals bij een verjaardagsfeestje of restaurant, kan het extra lastig zijn je aandacht bij een gesprek te houden. Als je zoiets moeilijk vindt, maak je zo’n afspraak misschien toch maar niet, of zeg je een feestje af.  

Het kan lastig zijn om je aandacht te bij je werk, studie of andere activiteiten te houden. Je krijgt niet alles meer voor elkaar zoals vroeger. Je hebt misschien meer rust nodig, of een rustiger omgeving. Dat kan het lastig maken om te werken, of naar school te gaan. Ook andere dagelijkse dingen vragen veel aandacht, zoals koken. Je moet dan zorgen dat je je aandacht verdeelt over de verschillende pannen en de tijd in de gaten houden. Het kan zijn dat dit lastiger geworden is. 

Het nieuws volgen, naar de radio luisteren of tv kijken kan teveel voor je zijn. Als je zuinig moet zijn met je aandacht kan dat gevolgen hebben. Bijvoorbeeld dat je belangrijk nieuws hebt gemist. 

Oorzaak in de hersenen

Als je je aandacht op iets richt, zijn je hersenen heel hard aan het werk. Allerlei verschillende delen van je hersenen moeten dan samenwerken.  

Je wandbeenkwab (parietaalkwab) bepaalt bijvoorbeeld wat belangrijk is, en wat niet. De voorhoofdskwab is belangrijk om aandacht vast te houden, net als de basale ganglia. En de thalamus is belangrijk bij het schakelen tussen verschillende prikkels. 

Daarnaast spelen verschillende boodschappersstoffen in je hersenen (neurotransmitters) ook een rol bij aandacht. 

Na een hersenaandoening kan er iets mis zijn in een van deze gebieden, waardoor je problemen hebt met aandacht. 

Welke aandoeningen leiden vaak tot problemen met aandacht?

Problemen met aandacht kunnen voorkomen bij verschillende hersenaandoeningen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen: 

Bij sommige mensen zijn de problemen blijvend, bij anderen kunnen ze ook weer over gaan. Dit verschilt per persoon maar ook per aandoening.   

Ook gevolgen van een hersenaandoening, zoals vermoeidheid en overprikkeling, kunnen zorgen voor problemen met aandacht of deze problemen erger maken. Als je heel moe of snel overprikkeld bent, ben je bijvoorbeeld sneller afgeleid. 

Problemen kunnen terugkomen

Soms kun je na een tijd zonder klachten (opnieuw) last krijgen van problemen met aandacht. Dit gebeurt vaak na grote veranderingen in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld als je ander werk krijgt of gaat verhuizen naar een ander huis. Dan passen je vaste gewoontes niet meer. Het is een nieuwe situatie, met nieuwe prikkels en nieuwe eisen aan je aandacht. 

Bij kinderen kunnen de problemen ook pas op een latere leeftijd ontstaan (‘growing into deficits’). De omgeving gaat dan andere eisen stellen aan hun aandacht. Bijvoorbeeld omdat kinderen naar school gaan, of naar de bovenbouw gaan met andere lessen in een ander tempo.  

Behandelen van problemen met aandacht

Soms merk je al snel dat je problemen hebt met je aandacht, soms pas later. Meestal test een speciale behandelaar, een neuropsycholoog of ergotherapeut, je aandacht. Dit gebeurt met een neuropsychologisch onderzoek (NPO). Bij sommige mensen gaan de problemen met aandacht niet over. Maar dat hoeft niet zo te zijn: soms verbetert de aandacht of kunnen de problemen helemaal verdwijnen.  

Trainen of leren omgaan met

Als je na een tijdje nog steeds problemen met je aandacht hebt, kun je een behandeling krijgen. Hierbij train je je aandacht of leer je omgaan met je problemen, zodat je er minder last van hebt. Een behandeling gaat meestal in kleine stapjes. Door te oefenen kun je telkens een klein beetje beter worden. Of je kunt voorkomen dat je aandacht achteruitgaat. 

Problemen met je aandacht hangen vaak samen met trager denken. Hierdoor heb je extra last van tijdsdruk. Je hebt dan het gevoel dat je tijd te kort komt. Een behandeling kan je daarom ook leren om beter te leren werken onder tijdsdruk (Time Pressure Management). 

Tips voor mensen met problemen met aandacht

Als je last hebt van aandachtsproblemen, zijn er een aantal dingen die je kunt doen. Dit zorgt er meestal niet voor dat je problemen helemaal verdwijnen, maar het kan er wel voor zorgen dat je minder klachten hebt. Een paar tips: 

  • Voorkom afleidingen. Zorg ervoor dat je bij een belangrijke klus in een rustige omgeving werkt met weinig afleiding. Zet de radio of tv uit en vraag anderen om stil te zijn. Afleiding kan ook van binnenuit komen, zoals piekeren. Heb je hier last van, schrijf je piekergedachten dan eens op, bijvoorbeeld in een dagboek. Of las elke dag een piekerkwartier in.  
  • Neem pauzes. Door regelmatig te ontspannen zorg je ervoor dat je je aandacht erbij kunt houden wanneer het nodig is. Neem bijvoorbeeld een pauze na 30 minuten werken. Zorg voor de ontspanning die bij jou past. Neem een kopje thee, of maak een korte wandeling. 
  • Gebruik hulpmiddelen. Zet een kookwekker om de 30 minuten, zodat je op tijd herinnerd wordt aan je pauze. Of zet een noise-cancelling koptelefoon op als je je moet focussen.  
  • Geef je grenzen aan. Vertel aan anderen dat je last hebt van aandachtsproblemen en wat voor jou werkt. Zo kunnen anderen je beter begrijpen. 
  • Ken jezelf. Maak een planning van wat je gaat doen. Zoek uit wanneer je de meeste aandacht hebt. Plan belangrijke dingen op die momenten. 
  • Doe dingen één voor één. Teveel dingen tegelijk zorgen voor verwarring en stress. Ze maken je problemen met aandacht erger. 
  • Maak regelmatig puzzels, kruiswoordraadsels of een sudoku. Het is niet wetenschappelijk bewezen dat je je aandacht kunt trainen met dit soort spelletjes, maar het kan wel ontspanning geven. Dat kan er weer voor zorgen dat andere dingen daarna juist beter gaan. Een langere tijd met een puzzel bezig zijn, is een goede oefening in volgehouden aandacht. Het kan meer zelfvertrouwen geven als je op een ontspannen manier oefent om langer met een activiteit bezig te zijn.  

Tips voor naasten

Heeft je naaste last van aandachtsproblemen, dan merk jij dat meestal ook. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen: 

  • Plan samen voldoende tijd voor dingen, zodat er genoeg tijd is om de dingen te doen op de manier die werkt. 
  • Zorg voor zo min mogelijk afleiding voor je naaste. Zet bijvoorbeeld de radio en tv uit als je een gesprek wil voeren. 
  • Leg het ook uit aan mensen in de omgeving, zodat zij weten wat er aan de hand is en er minder irritatie kan ontstaan. 
  • Als er iets mis gaat, bedenk dan dat je naaste dit niet expres doet. 

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van: 

  • Dr. Tanja Nijboer, neuropsycholoog, Universiteit Utrecht en Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht