Mijn jongste zoon

De ziekenhuisdeur ging open. “Ha, mam,” klonk het en mijn jongste zoon zijn rugzak viel met een plof op de grond. Hij kwam binnen en met hem ook weer de normale wereld. Mijn leven bestond net nog alleen uit verpleegkundigen, medicijnen en dokters in een eigen ziekenhuiskamer met dichte gordijnen. Maar opeens was er die blik op school, pubers en eindexamens. Ik was van patiënt opeens weer moeder. Logisch want bij hem ging alles door. Hij was toen ik net twee dagen in het ziekenhuis lag, begonnen aan zijn eindexamen. Wat een timing. 

Op bezoek

Het was zijn idee geweest om meteen na het examen, uit school, bij mij op bezoek te komen in het ziekenhuis. “He, hoe ging het,” vroeg ik aan hem. Er kwam een grijns op zijn gezicht en hij zei: “Het viel gelukkig wel mee. Ik denk dat ik het wel gehaald heb”. Zo, dat luchtte op. Dat waren we toch wel met elkaar eens. Want dat mijn leven stilstaat is een, maar dat het zijn leven ook raakt vind ik misschien nog wel bijna moeilijker. 

Het was allemaal zo snel gegaan. Twee dagen eerder, toen ik met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht werd was hij nog heel voorzichtig binnengekomen. Spanning op zijn gezicht en zover ik weet hield hij zich wat op de achtergrond. Even op zijn mobiel. Vriend(in)en die hem online hielpen. Overweldigd.

Maar na twee dagen is het dus al gewoner, mama praat en kan alles bewegen. Hij praat over school en voetbal. Thuis is er ook weer rust omdat opa en oma als hulptroepen zijn aangekomen. 

Na een kwartiertje pakt hij zijn tas weer en gaat op weg om thuis te gaan leren. Ik val moe in slaap.

Er is veel veranderd voor mijzelf en mijn zoon

Wanneer ik uit het ziekenhuis kom, blijkt er veel veranderd te zijn.  Ik ben niet meer de actieve en veel werkende mama. Wat we ook proberen, het komt niet meer terug. Opeens ben ik bijna altijd thuis. Moe. En dat is als puber toch wel even wennen. Zoals elke puber ging mijn jongste zoon als hij uit school kwam graag zijn eigen gang. Muziek hard aan, kijken of er iets lekkers was of even wat chillen met vrienden.  Nu klonk iets te vaak van de bank: “Denk je aan je huiswerk.”

Wat er ook veranderde? Hij ging zich zorgen maken, zorgen om zijn moeder. Ik zag hem worstelen tussen onbezorgd jong zijn en zich verantwoordelijk voelen. Niet leuk. “Mam het lijkt wel of ze je twee blauwe ogen geslagen hebben, zo moe zie je eruit, jij gaat nu rusten, ik kook wel” kon hij zo zeggen na een zware dag revalidatie.

Maar hij heeft gaandeweg zijn eigen weg hierin gevonden. Een balans. Ik trouwens ook. Ik ben niet langer patiënt of moeder. Ik ben nu mezelf, en voor hem een moeder met NAH.

En zijn eindexamen? Hij heeft het gewoon gehaald! De kanjer.


Tijdens haar werk kreeg Susan een hersenbloeding (een SAB NNO). Na een aantal dagen ziekenhuis dacht ze wel weer beter te zijn, maar niets bleek minder waar. Een revalidatietraject volgde. Inmiddels werkt Susan helemaal niet meer. Ze heeft veel last van vermoeidheid, prikkels etc. Toch blijft Susan in mogelijkheden denken en probeert er het beste van te maken! Susan: “Dat levert soms verrassende dingen op.” Naast blogs voor de Hersenstichting schrijft/interviewt Susan voor de NAHerstel Academie.

Lees hier de vorige blog van Susan