Kenmerken van OCS

Als je OCS hebt, dan heb je steeds dezelfde nare gedachten die je bang of onrustig maken. Deze terugkerende gedachten heten obsessies. Om jezelf gerust te stellen moet je bepaalde handelingen doen. Deze herhalende handelingen heten compulsies.

Wat deze gedachten en handelingen precies zijn, is voor iedereen weer anders. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat je 5 keer achter elkaar je handen moet wassen. Maar het kan ook zijn dat je elke trede moet tellen als je de trap afloopt. Of dat je de deur op een bepaalde manier moet dichtdoen, omdat je denkt dat er anders iets ergs gebeurt.

Als je OCS hebt, dan heb je last van een paar van deze kenmerken:

  • je denkt steeds dezelfde vervelende dingen, zonder dat je dit wil en zonder dat je er controle over hebt
  • je doet bepaalde handelingen om jezelf gerust te stellen
  • als je deze handelingen niet kan doen, dan word je erg onrustig of angstig en denk je dat er iets ergs gaat gebeuren
  • de handelingen moet je altijd op een bepaalde manier doen, bijvoorbeeld volgens een speciale volgorde
  • je bent meer dan 1 uur per dag bezig bent met je obsessies en/of compulsies

Diagnose van OCS

Door OCS ben je meer dan 1 uur per dag bezig met je obsessies en/of compulsies. Het is dan ook mogelijk dat je sommige dagelijkse dingen niet of nauwelijks kunt doen.

Door de stoornis kun je je ook vaak bang of angstig voelen. Met deze klachten kom je vaak eerst bij je huisarts. De huisarts zal je vragen stellen over je klachten. Heel soms is het ook nodig om je bloed of lichaam te onderzoeken. Hierna kan de arts meestal bepalen of je OCS hebt.

Nare, terugkerende gedachten kunnen ook een kenmerk zijn van andere ziektes of stoornissen, zoals het syndroom van ​​Gilles de la Tourette.

Oorzaken van OCS

Artsen weten nog niet precies wat OCS veroorzaakt. Ze denken dat het te maken heeft met bepaalde gebieden in je hersenen: de basale ganglia en de prefrontale cortex.

De basale ganglia zorgen dat je je op een gewenste manier gedraagt en gedrag stopt dat niet gewenst is. De prefrontale cortex regelt allerlei dingen, zoals je gedrag, en zorgt dat je spontane gedachten niet zomaar uitvoert.

Wetenschappers denken dat de basale ganglia niet goed werken bij mensen met OCS. Hierdoor ontstaan steeds dezelfde, nare gedachten in de prefrontale cortex.

Verder kunnen ook erfelijkheid en factoren in je omgeving, zoals opvoeding, een rol spelen bij het ontstaan van deze stoornis.

Behandeling van OCS

OCS gaat vaak niet vanzelf over. Meestal is het dan ook nodig dat een team van speciale zorgverleners je hierbij helpt. Hiervoor heb je een doorverwijzing van je huisarts nodig.

Meestal krijg je speciale therapie van een psycholoog: cognitieve gedragstherapie (CGT). Je leert dan anders om te gaan met je gedachten en de manier waarop je op angst reageert.

Als je toch nog veel klachten houdt, dan kan een psychiater je bepaalde medicijnen geven. Zoals antidepressiva. Als therapie en medicijnen niet werken, dan kun je behandeld worden met diepe hersenstimulatie (DBS). Dit onderdrukt de obsessies en compulsies tijdelijk.

Met een goede behandeling heb je minder last van je klachten. De klachten kunnen zelfs helemaal verdwijnen. Maar het kan ook zijn dat ze na een tijdje opnieuw ontstaan. Bijvoorbeeld na een periode waarin je veel stress hebt gehad. Als dat gebeurt, dan kan je psycholoog of psychiater je weer helpen.

Mensen met OCS hebben vaak ook andere ziektes en stoornissen. Zoals een depressie, een angststoornis of een eetstoornis. Hier kun je ook over praten met je psycholoog of psychiater.

Gevolgen van OCS

Als je OCS hebt en na je behandeling minder last hebt van klachten, dan is het mogelijk om een goed dagelijks leven te hebben.

Wel kunnen je klachten soms weer erger worden. Het kan nodig zijn dat je een lange tijd of voor de rest van je leven medicijnen tegen de stoornis moet slikken.

OCS kan verschillende gevolgen hebben:

  • Iets begrijpen: als je nare gedachten hebt, is het vaak moeilijk om je aandacht ergens bij te houden. Hierdoor kan het ook lastig zijn om dingen te leren en onthouden.
  • Jezelf verplaatsen: je van A naar B verplaatsen kan heel wat meer tijd en energie kosten als je onderweg naar de supermarkt bijvoorbeeld alle stoeptegels moet tellen. Of als je pas de deur uit kan nadat je 8 keer hebt gekeken of het gas uit staat.
  • Jezelf verzorgen: douchen, tandenpoetsen, scheren. Als je zulke dingen op een speciale manier moet doen, dan kost dit ook veel meer tijd.
  • Omgaan met anderen: omdat het uitvoeren van de handelingen veel tijd kost, kun je vaak te laat komen. En door smetvrees kan het lastiger worden om thuis visite te ontvangen.
  • Dagelijkse activiteiten: het kan voelen alsof OCS de controle over je leven heeft. Het maakt allerlei dagelijkse dingen, zoals koken of werken, een stuk moeilijker.
  • Meedoen aan de wereld: door de stoornis kun je je vaak onrustig, bang of gespannen voelen. Dit kan je erg moe maken. Ook kan het zijn dat je je voor je klachten schaamt en daardoor liever vaker alleen bent.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • Prof. dr. Ton (A.J.L.M.) van Balkom, psychiater, Amsterdam UMC en GGZ inGeest Amsterdam