De Hersenstichting heeft met €213.205 bijgedragen aan een onderzoek van het LUMC. Het team met wetenschappers onder leiding van dr. Rolf Fronczek onderzocht een manier om aanvallen van clusterhoofdpijn minder heftig te maken. Het onderzoek is afgerond. Een prik in het achterhoofd, de GON-injectie, blijkt een goede manier om aanvallen te onderdrukken.

Extreme pijn

Clusterhoofdpijn is een van de meest extreme vormen van pijn. Mensen met deze aandoening hebben tot wel 8 aanvallen per dag. Een aanval van clusterhoofdpijn geeft een extreme pijn rondom het oog. Tijdens een aanval kan het normale dagelijkse leven volledig lam komen te liggen. Het zet letterlijk je wereld op z’n kop. Er zijn medicijnen die bij dagelijks gebruik de aanvallen kunnen tegenhouden, maar ze hebben veel bijwerkingen en andere nadelen.

Prik in het achterhoofd

Voordat dit onderzoek begon werd clusterhoofdpijn standaard behandeld met verapamil. Dit middel is eigenlijk een medicijn tegen hartritmestoornissen. Het is onbekend waarom het ook werkt tegen clusterhoofdpijn. Maar het kan weken duren totdat verapamil werkt. Ook is verapamil berucht omdat het juist de kans op hartritmestoornissen kan vergroten.

Een nieuwe manier om clusterhoofdpijnaanvallen te onderdrukken is de GON-injectie. GON staat voor Greater Occipital Nerve, oftewel de achterhoofdszenuw. Tijdens een behandeling spuit een zorgverlener met een naald een medicijn in je achterhoofd. De prik komt aan de kant waar je hoofdpijn hebt. De bijwerkingen van zo’n prik zijn mild. Ook werkt de behandeling al binnen dagen in plaats van na weken, zoals bij verapamil het geval is. Een ander voordeel is dat een eenmalige injectie wekenlang kan werken.

Artsen weten nog niet precies waarom de GON-injectie werkt. Waarschijnlijk verandert de prik de manier waarop de zenuwen in het achterhoofd pijnsignalen doorgeven.

Waarom steunde de Hersenstichting dit onderzoek?

Door dit onderzoek kunnen artsen clusterhoofdpijn sneller en beter behandelen. De GON-injectie zorgt dat de aanval vermindert. Er zijn ook minder andere medicijnen nodig, waardoor iemand met clusterhoofdpijn minder last heeft van bijwerkingen.

Dit onderzoek droeg bij aan de doelstelling van de Hersenstichting: minder sterfte en ziektelast door hersenaandoeningen. Daarom heeft de Hersenstichting dit onderzoek gesteund met €213.205.

Welke resultaten zijn bereikt en wat betekent dit?

De onderzoekers hebben aangetoond dat de GON-injectie zorgt voor een minder heftige aanval van clusterhoofdpijn. Er is hierdoor minder verapamil nodig, waardoor er ook minder bijwerkingen van dit medicijn zijn. Clusterhoofdpijn is zo dus sneller en beter te behandelen.

De onderzoekers hebben ook gezorgd dat zorgverleners kennis hebben over de GON-injectie. En deze behandeling is nu toegevoegd aan de standaardbehandeling met verapamil. Dit betekent dat de GON-injectie vaker gedaan zal worden.

Hoe ver is het onderzoek?

Het onderzoek is afgerond.

Wat is de volgende stap?

Verder onderzoek gaat over de rol naar geslachtshormonen bij clusterhoofdpijn. De aandoening komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Het is niet bekend waardoor dit komt. Mogelijk spelen geslachtshormonen zoals testosteron een rol.

Ook gaan de wetenschappers de GON-injectie testen bij mensen met chronische clusterhoofdpijn. Dit is een vorm van clusterhoofdpijn die altijd aanwezig is. De onderzoekers zoeken uit of het helpt om de prikken in het achterhoofd vaker te herhalen.