Eerder dan verwacht

Het telefoontje voor mijn opname kwam onverwacht. De wachtlijst was gekrompen – dat wist ik al wel – maar toen viel er iemand uit waardoor ik minstens twee weken eerder ingepland kon worden. Het kon natuurlijk gewoon gebeuren, maar aankomen zag ik het niet. Mijn eerste reactie was een “Ja, prima,” gevolgd door kortsluiting in mijn hoofd. Daardoor riep ik: “Maar dat kan helemaal niet… ik heb een afspraak op de POS!” Alsof die operatie niet het belangrijkste was, alsof die afspraak op de pre-operatieve screening niet gewoon vervroegd kon worden. Want dat wisten zij natuurlijk ook, dat daar een afspraak stond. Niets moeilijks op zich, al vond mijn brein van wel. 

Het was nog een optie om de afspraak met de anesthesist en de operatie op dezelfde dag te laten plaatsvinden; ‘s ochtends het gesprek en dan ‘s middags de operatie. Alleen was dat voor mij helemaal geen optie, dan kon je me beter meteen opvegen. Ik raakte in paniek en was de kluts even volledig kwijt. Het gesprek werd twee dagen naar voren gehaald, ik werd ertussen gedrukt. Tijdens dat gesprek met de anesthesist, waarbij mijn begeleider ook aanwezig was, maakten we afspraken over wat voor mij en mijn geklutste brein belangrijk was. Het was erg fijn dat mijn begeleidster erbij was; zij pakte de regie waar ik het even niet meer kon, anticipeerde op mogelijke overprikkeling en zorgde er ook nog even voor dat ik niet met de bus heen en weer hoefde. Tijdens dat gesprek werd alvast de basis gelegd voor de gewoonweg fantastische zorg die ik zou gaan ervaren. 

De opname

De opname verliep iets anders dan verwacht, wat er meteen voor zorgde dat ik het alweer voelde: watten in mijn hoofd, een harde piep in mijn oren en de energie die wegsijpelde. In plaats van een eigen kamer moest ik ook nog eens wachten in de wachtkamer. Deuren open en dicht, gesprekken, gebel en lawaai… het was voor mij een lastig moment. Ik werd emotioneel en vroeg me af hoe ik nog ontspannen de narcose in kon gaan. Inmiddels was mijn OK al met een half uur uitgesteld en vervolgens kwam daar nog eens een uurtje bij, wat er voor zorgde dat de wachttijd voor de holding opliep tot tweeënhalf uur. Het voordeel daarvan was dan wel weer dat iedereen die later binnenkwam eerder werd opgehaald, waardoor ik uiteindelijk nog een uurtje voor mezelf had. Een uurtje waarin ik met mijn brainwave de ontspanning zocht en uiteindelijk ook vond. 

Met een zonnebril en hoofdtelefoon liep ik naar de holding voor de voorbereidingen. Daar merkte ik dat de zorg geïntensiveerd was. Er was aandacht voor mijn letsel en werd meegedacht over hoe ze het voor mij zo comfortabel mogelijk konden maken. Daar hadden zij dan ook weer alle belang bij natuurlijk, want hoe rustiger en ontspannen ik was, des te makkelijker alles verliep. Op het moment dat ik de operatiekamer ingereden werd, waren de lampen al gedimd en van een ander, rustiger kleurtje voorzien. De radio was uit, er werd met zachte stem gesproken en aanrakingen bij het verplaatsen werden met zorg uitgevoerd. Er was extra aandacht voor mijn nek en hoofd, zo kreeg ik een extra kussen ter ondersteuning, en mijn tennisarm-met-infuus werd voorzichtig in de armsteun gelegd.

Een briefje aan mijn bed

Na de operatie, die overigens prima verliep, werd ik met een beetje extra moeite wakker. Ik reageerde zo goed op de gegeven slaapmedicatie dat er wat meer tegengas moest worden gegeven om me weer wakker te krijgen. Overigens lag ik heerlijk in mijn bed, met een extra kussen en twee fijne dekens. Het plekje was geniaal, naast een prachtige vintage groene muur en in een prikkelarme hoek met niemand tegenover me. Achter mijn bed was een opvouwbaar scherm geplaatst zodat ik van alle bedrijvigheid weinig meekreeg. Bovendien viel ik zelf regelmatig weer in slaap. 

Aan mijn bed hing een briefje – tip van een lotgenoot – met daarop de vermelding van mijn NAH en overprikkeling. Daarbij was er nog genoteerd dat er met mijn IQ niets mis is, maar dat ik wel moeite heb met teveel informatie tegelijk, en die daardoor vertraagd opneem. Overigens was die opmerking over mijn IQ een prachtig inkoppertje voor mijn man en kinderen; ze hebben zich er bijna een breuk om gelachen en staken er even heerlijk de draak mee. Van de verpleging hoorde ik dat ze er enorm blij waren met dat briefje, omdat het voor hen een reminder was om mij rustig te benaderen. Het werkte voor mij en het werkte dus ook voor hen. Beter kon het toch ook niet! 

Bijzondere gesprekken

Eenmaal terug op de afdeling had ik een heerlijke rustige kamer voor mij alleen. Wat een geluk dat dit ziekenhuis vrijwel alleen van eenpersoonskamers was voorzien! Het briefje verhuisde van mijn bed naar de deur, terwijl de deur en het gordijn voor de deur gesloten bleven. De verpleging klom op de stoel en haalde zelfs de batterijen uit de klok. Bijzonder waren ook de gesprekken; zo raakt een verpleger persoonlijk geraakt door het briefje op de deur, omdat hij het vanuit zijn privésituatie zo herkende. Het leverde een mooi en respectvol gesprek op waarbij de enorme kracht van mensen zichtbaar werd, hoe moeilijk een situatie soms ook is. Ook ontstond er een gesprek met de jonge meid van de roomservice, over het onderwijs en de zichtbare trots en betrokkenheid bij haar werk. Cadeautjes waren het. 

Dankzij de goede zorgen kon ik een dag na de operatie mijn kamertje alweer verlaten. De rust en stilte daar waren me erg goed bevallen. Ik vertrok en liet mijn dankbaarheid en oprechte complimenten achter in het MST. Wat een aandacht, wat een zorg en wat een liefde voor het vak!


In maart 2019 krijgt Renate een vreselijk auto-ongeluk en loopt daardoor hersenletsel op. Ze blogt ook op haar eigen website Heibel in mijn hersenpan over de zoektocht naar haar nieuwe ik.

Lees hier de vorige blogs van Renate

Fotocredits: Marloes Bosch – Tijdschrift Margriet