Tijdens de aanval kan het voelen alsof je de controle verliest, gek wordt of misschien zelfs doodgaat. Je kunt dan allerlei klachten krijgen, zoals misselijkheid, duizeligheid, druk op je borst en een snellere hartslag. Ook kun je gaan trillen, zweten of het gevoel hebben dat je stikt. 

Verder maak je je steeds zorgen over het krijgen van een nieuwe paniekaanval. Of over de gevolgen daarvan. Ook gedraag je je anders. Bijvoorbeeld door openbare plekken te ontwijken, zodat je geen nieuwe paniekaanval krijgt. 

Alleen een psycholoog of psychiater kan bepalen of je een paniekstoornis hebt. De stoornis is goed te behandelen met cognitieve gedragstherapie (CGT) of medicijnen. 

280.900 mensen

hadden in 2021 volgens een bevolkingsonderzoek een paniekstoornis. Dit gaat om mensen tussen de 18 en 75 jaar.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van: 

  • Prof. dr. Koen R.J. Schruers, psychiater, Universiteit Maastricht en Mondriaan