1. Je gebruikt 100% van je hersenen 

Er is geen enkel gebied in je hersenen dat niets doet. Zelfs bij de meest eenvoudige handelingen werkt bijna ieder deel van de hersenen mee. Dus ook als je rustig om je heen kijkt en zelfs als je slaapt. De keerzijde hiervan is dat een kleine beschadiging aan je hersenen al voor ernstige problemen kan zorgen.

2. Je linkerhersenhelft en rechterhersenhelft werken even hard

Jouw linkerhersenhelft verwerkt informatie inderdaad anders dan je rechterhersenhelft. Dat betekent niet dat de een harder of vaker werkt dan de ander. Bij alles wat je ziet, doet, voelt of hoort werken de hersenhelften samen. Ze zijn met elkaar verbonden via de hersenbalk. Dankzij deze verbinding kunnen beide helften razendsnel met elkaar communiceren. Ben je benieuwd hoe je hersenen eruit zien? Loop dan een rondje door het Breinmuseum met deze audiotour!

3. Het geheugen ligt op meerdere plekken in je hersenen

De weg naar huis vinden, weten dat je bij groen mag oversteken, de herinnering aan je eerste kus… het komt allemaal voort uit je geheugen. Je geheugen ligt niet op 1 plek in de hersenen, maar er zijn verschillende hersengebieden bij betrokken. Bijvoorbeeld de thalamus, de kleine hersenen en de hippocampus.   

Hippocampus is een Grieks woord en betekent zeepaardje. Hoe ze daarop kwamen? Heel simpel: je hippocampus heeft letterlijk de vorm van een zeepaardje. Ieder mens heeft twee hippocampi: een links en een rechts. Weten hoe je je geheugen kunt verbeteren? Hier vind je 3 tips voor een beter geheugen.

Meer leuke info ontvangen?

Meld je aan voor de nieuwsbrief

4. Vanaf je 30e zijn je hersenen uit ontwikkeld

Je hersenen zijn inderdaad klaar met ontwikkelen als je ongeveer 30 jaar bent. Maar dit betekent niet dat je hersenen daarna niet meer veranderen: dit gebeurt namelijk je hele leven lang. Wanneer je nieuwe dingen leert of traint, worden verbindingen aangelegd of versterkt. Verbindingen die niet worden gebruikt in de hersenen, worden zwakker. Zo gebruiken we de capaciteit van onze hersenen heel efficiënt. Die voortdurende verandering van de hersenen noemen we ook wel plasticiteit. 

5. Je hersenen bevatten ongeveer 86 miljard hersencellen

Dat is 12 keer zoveel als er mensen op aarde rondlopen. Maar liefst driekwart van je totale aantal hersencellen is betrokken bij beweging, zoals een rondje wandelen, maar ook tijdens het swipen op je telefoon. De hersenen sturen bewegingen aan door signalen te geven aan onze spieren. Zo kom jij in beweging! Hier lees je meer over beweging en de hersenen.

6. De meeste medicijnen kunnen niet in je hersenen komen

De hersenen zijn enorm belangrijk voor ons lichaam. Daarom worden ze op verschillende manieren goed beschermd. Denk aan je harde schedel en verschillende vliezen om je hersenen. Maar extra bijzonder is de bloed-hersenbarrière. Dit is een soort grens tussen het bloed en de hersenen: goede stoffen mogen erdoor, slechte stoffen niet. In de praktijk betekent dit dat zuurstof en glucose bijvoorbeeld je zenuwcellen kunnen bereiken. Bacteriën en giftige stoffen, maar helaas ook veel medicijnen, bereiken hierdoor de hersenen veel moeilijker. Mensen met een hersentumor of andere hersenaandoening kunnen daardoor minder goed geholpen worden. Op deze pagina lees je meer over de bloed-hersenbarrière.

7. Je hersenen kunnen je hele leven nieuwe verbindingen aanmaken 

Zelfs na je 65ste kunnen hersenen nog nieuwe verbindingen aanmaken. Maar je moet er dan wel wat voor doen. Leer bijvoorbeeld een nieuwe taal, een instrument spelen of leer alle ins en outs over je hersenen. Als je steeds wat nieuws doet, neemt het aantal verbindingen in je hersenen toe en krijg je meer cognitieve reserve. Dat is het vermogen om te kunnen compenseren voor schade. Dagelijkse hersengymnastiek vermindert zo het risico op hersenaandoeningen zoals dementie. Op deze pagina lees je meer over hoe jij jouw hersenen kan trainen en uitdagen.

8. Stress is nuttig voor je hersenen 

In eerste instantie denk je waarschijnlijk dat stress slecht is voor je hersenen. Maar stress is eigenlijk heel nuttig. Gezonde stress is de spanning die je voelt voor een examen, optreden, sollicitatiegesprek of andere spannende gebeurtenis. Het zorgt voor energie, focus en prikkelt je lichaam en geest. Af en toe een beetje stress is dus helemaal niet erg. Zolang je hersenen voldoende rust en ruimte krijgen om te herstellen, is er niks aan de hand.  

Pas als je te lang te veel stress ervaart, kunnen je hersenen minder goed werken en wordt stress ongezond. Daarom is het belangrijk dat je genoeg ontspant. Hier vind je tips voor (meer) ontspanning.

9. Goede slaap draait niet om lang slapen

Voor slaap geldt niet: hoe langer, hoe beter. Het is juist belangrijk dat je goed slaapt. Dat betekent: makkelijk inslapen, goed doorslapen en niet te vroeg wakker worden. De beste manier om erachter te komen of je goed slaapt, is door te luisteren naar je lichaam. Voel je je overdag lichamelijk en emotioneel uitgerust? Dan slaap je goed. Slaap je lang genoeg, maar heb je overdag toch moeite om wakker te blijven? Dan ligt dat misschien aan de kwaliteit van je slaap. Hier lees je meer over slaap en je hersenen.

10. Informatie vergeten is net zo belangrijk als informatie onthouden

Als je alle informatie zou onthouden, dan sla je ook heel veel informatie op die niet belangrijk is. Je hoeft vandaag bijvoorbeeld niet meer te weten wat je een maand geleden als ontbijt at. Het is dus ook goed om veel dingen te vergeten.   

Wat onthoud je dan wel? Vooral dingen die belangrijk, opvallend of emotioneel zijn. Denk aan de herinnering aan je eerste kus, die leuke vakantie of je favoriete muziek. Zonder dat je erbij nadenkt slaan je hersenen deze dingen voor je op. Ze zorgen ervoor dat je er nog lang met plezier aan terugdenkt.

Doe de gratis online training HersenCoach

Meld je aan

11. Hersenen van vrouwen zijn kleiner dan die van mannen

Toch presteren mannen en vrouwen hetzelfde. Dit komt doordat vrouwen efficiënter omgaan met hun hersenen. Ook interessant: er zijn meer mannen die hele grote of hele kleine hersenstructuren hebben, terwijl die verschillen tussen de hersenen van vrouwen minder groot zijn.   

Uiteindelijk zegt het formaat van je hersenen niet zoveel over hoe goed je hersenen werken. Belangrijker is het aantal verbindingen tussen je hersencellen. Kleine hersenen met weinig hersencellen, maar met veel onderlinge verbindingen, werken beter dan grote hersenen met veel hersencellen, maar met weinig verbindingen.

12. Dementie is geen gevolg van ouderdom

Dementie komt inderdaad meestal voor op latere leeftijd. Maar het is geen gevolg van ouderdom dat op geen enkele manier te voorkomen is. De meeste 60-plussers merken dat sommige cognitieve functies, zoals het geheugen, minder goed werken dan in de jonge jaren. Dat is een natuurlijk proces. De diagnose dementie wordt pas gesteld bij ernstige problemen die het dagelijks functioneren verstoren. Wil je meer weten over het verschil tussen gewone vergeetachtigheid en dementie? Bestel dan gratis het kaartje ‘Geheugen.

13. Ommetjes helpen bij beter slapen 

Regelmatig bewegen kan slaapproblemen verminderen. Naarmate we ouder worden, krijgen we vaker te maken met slaapproblemen. Dit komt door afwijkingen in de afgifte van het lichaamseigen hormoon melatonine, dat zorgt dat we ons slaperig voelen en in slaap vallen. Beweging heeft invloed op de afgifte van melatonine en beïnvloedt zo het slaap-waakritme. Ommetjes overdag kunnen dus helpen bij beter slapen ’s nachts!

Maak wandelen nog leuker met de Ommetje-app

Wandelen houdt je hersenen gezond. De app Ommetje motiveert je om dagelijks een ommetje te lopen. Start met vrienden, familie of collega’s een eigen wandelcompetitie of ga de uitdaging aan tegen de rest van Nederland. Zo motiveer je elkaar om dagelijks een Ommetje te maken. De app is ontwikkeld met hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder. Hij deelt regelmatig een hersenfeitje. Loop je mee?

14. Niet iedereen heeft 8 uur slaap per nacht nodig

Gemiddeld slaapt een volwassene zo’n 7 à 8 uur per nacht. Baby’s slapen ongeveer 17 uur per dag. Het tijdstip waarop men behoefte heeft aan slaap kan ook sterk verschillen. De biologische klok loopt namelijk niet bij iedereen gelijk. Zo bestaan er ochtend- en avondtypes: avondmensen worden later moe dan ochtendmensen. 

Daarnaast bestaat een slaapcyclus uit verschillende fasen. De diepe slaap is één van die fasen, die onder andere zorgt voor fysieke rust en herstel. De totale diepe slaap duurt bij baby’s langer dan die van volwassenen.