Blogger Ilana de Boer over hersenkneuzing

Een avondje uit

Nou daar sta ik dan met mijn hoofd vol make-up. Mijn kleren voor de verandering eens zonder verf. Ik ben er helemaal klaar voor: het dorpsfeest. Als het meisje bij de kassa mij vraagt hoe oud ik ben. Verrast door haar vraag probeer ik het te bedenken “Ehhh” stamel ik. Hoe oud ben ik ook alweer vraag ik mij af. Is het eenentwintig? Nee dat is de leeftijd van mijn broertje. Ik ben twee jaar ouder dus dan moet ik drieëntwintig zijn. Als ik haar eindelijk meedeel hoe oud ik werkelijk ben vraagt ze met een heel begrijpelijke reden om mijn ID, want met mijn bolle wangen word ik regelmatig jonger geschat en als ik dan ook nog na moet denken over mijn leeftijd snap ik haar twijfel. Ze kijkt naar het pasje en met een verrast gezicht vertelt ze me dat het klopt. “Hoe kun je nou niet weten hoe oud je bent?”

Daar heb ik verschillende antwoorden op: omdat ik mijn haren vanavond gedaan heb. Doordat ik naast mij klaarmaken ook nog eens meegedaan heb met het ‘voor’ zitten met vriendinnen. Omdat ondanks dat ik de hele dag verder niks gedaan heb dit mijn energie was voor vier dagen. En, omdat ik niet-aangeboren hersenletsel heb. Toch denk ik een verstandiger antwoord te hebben, haal mijn schouders op en loop door.Niet, omdat ik beledigd ben, niet, omdat ik het haar niet uit wil leggen, maar simpelweg, omdat het uitleggen energie kost vooraf aan een feest waar alles al aan mij vreet.

Even ‘de oude ik’

Ik vind het fijn om met vriendinnen op stap te zijn, nou ja fijn… Het geeft mij het gevoel even weer de oude ik te zijn. De paar drankjes doen mij vergeten hoe pijn eigenlijk alles bepaalt, de lachende gezichten geven het gevoel dat dit niet die marathon is waar ik niet voor getraind heb. De anderen hebben toch ook nergens last van houd ik mezelf steevast voor als alles te veel dreigt te worden.

Dat ik mee ga, is al een zeldzaam moment. Elke keer weer dof ik me op. Roep ik het hardst van iedereen dat ik echt zin heb om weer eens uit te gaan ‘het is alweer veel te lang geleden dat ik in de stad ben geweest!’ deel ik enthousiast mee. Toch, vlak voordat we onze jassen aantrekken beginnen langzaam de beelden van te veel licht, schreeuwende mensen en alles wat beweegt voor mijn ogen te deinen. En voordat ik het zelf door heb zien mijn vrienden het al aan mijn gezicht: ik ga toch niet mee. Ik krijg de: ‘verstandig hoor Ilaan’ en ‘denk aan jezelf’ opmerkingen en hoe graag ik ook wil, fiets ik als de anderen richting de stad gaan toch weer richting mijn eigen huisje waar ik droevig afdruip in bed. Maar vandaag is anders. Vandaag ben ik helemaal tot de ingang gekomen. Ik sta op de dansvloer met nog tig andere zwetende jongeren. Ik spring in het rond en ik houd het al vijftien hele minuten vol.

Zombiestand

Ik mis mijn zonnebril. Mijn hoofd bonkt. Ik wil zo graag geloven dat ik normaal ben. Dat ik dit kan. Ik wil niet weer als eerste naar huis. Weer weg moeten, omdat ik mijn tranen niet in kan houden. De vaste party pooper zijn. Misschien moeten ze mijn naam daar maar in veranderen bedenk ik me. Of eigenwijs. Dat past waarschijnlijk nog beter bij me.“Moet iemand nog wat drinken?” roep en gebaar ik naar de andere feestbeesten. Vijf wijn tel ik op mijn vingers en ik houd het getal zichtbaar op mijn vingers, zodat ik het aantal drankjes niet vergeten ben tegen de tijd dat ik bij de bar ben. “Ik loop wel even met je mee” zegt Anne en samen lopen we naar de bar. “Waarom ga je niet naar huis” vraagt ze. “We zien het allemaal” “voor ons hoef je niet te blijven”. Ik wil niet naar huis, maar de zombiestand waar ik in aan het veranderen ben, is voor niemand leuk.

Ik stuur mijn vader een berichtje; die blijkbaar al klaar zat om mij op te halen. Ik had hem verteld dat ik het deze keer vol zou houden. Dat hij niet hoefde te wachten. Toch is het voor hem geen verassing dat hij voor de zoveelste keer moet komen opdraven. Voor niemand is het een verassing dat ik eerder weg ga. Enkel één persoon is verrast dat ik ook deze keer weer als eerste afhaak: Ik zelf. Ik had me namelijk verboden eerder weg te gaan. Mezelf gedwongen deze keer door de pijn en vermoeidheid heen te bijten. Niet zo’n aansteller te zijn. Het is namelijk een kwestie van willen en doorzetten, zoals anderen dat zo mooi kunnen zeggen. Niet van kunnen. Was dat maar waar… 

Ilana


Lees hier de vorige blog van Ilana

Ilana heeft in 2014 een ongeluk gehad, waarbij zij een hersenkneuzing heeft opgelopen. Nu heeft zij een blog opgericht over hoe het voor haar, als 22-jarige, is om te leven met hersenletsel. Ze wil hiermee graag mensen meer inzicht geven over de gevolgen van NAH en mensen met NAH steun bieden. Lees hier verder op haar website www.ikbenilana.nl.