Pip wil hulp van agent na aanrijding

Even een tas ophalen…

Het is een heerlijk weertje en ik ben lekker in de tuin bezig. Mijn man Kees roept: “Wil jij even een tas ophalen in die blauw-witte winkel?” Klompen uit, mopper, mopper, ik ben net lekker bezig! Ja, telefoon en sleutel mee, ik ben weg! 

In de winkel ben ik alleen, dat schiet op. Mag ik nog een keer de laatste vier cijfers, mevrouw? Jawel hoor, tas niet te vinden… ‘ja ik wacht wel even’. ‘Ik sta toch wel in de goede winkel?’, denk ik snel, want vorige week stond ik in de verkeerde winkel om mijn lamp op te halen.

Erfelijk belast

In gedachte dwaal ik zomaar af naar de computerwinkel waar ik 15 jaar geleden stond. Een nieuwe computer en op dag twee sprongen alle stoppen door, dus hup naar de computerwinkel. “Nou mevrouwtje, ik werk hier al 20 jaar en dat heb ik nog nooit meegemaakt!” Ik zeg: “nou, mijn advies is om de stekker maar niet in het stopcontact te steken, want dan slaan hier de stoppen door. Trouwens ik ben geen 15 cm hoor” Dat laatste snapt de man niet, maar ik heb zo’n hekel aan dat ‘mevrouwtje’!

Even later valt de muziek uit en de halve winkel zit zonder verlichting. Ik reageer meteen. “Ik zei nog zo, niet die stekker in het stopcontact.” Dan denken de klanten dat ik een grapje maak, maar dat is niet zo. De verkoper komt met een stomverbaasd gezicht de winkel weer in. De computer werd opgestuurd. Na twee weken vraag ik onze jongste zoon om de computer op te halen. Computer weg!! Dan vraagt Kees: “Hoeveel computerwinkels heeft jullie dorp eigenlijk?” Jawel, onze jongste zoon is erfelijk belast en staat in de verkeerde winkel! Boos belt hij later op en vraagt waarom er geen USB-poorten inzitten. Ik bel de winkel op en vraag waar de USB-poorten zijn. “Die heeft u er zelf uitgehaald”, geeft de verkoper aan. “Ik weet niet eens hoe die eruit zien”, mopper ik. Wat een frustratie zeg!

Terug naar de tas ophalen…

Inmiddels hoor ik “mevrouw, oh uh..ja? Weet u wat u besteld heeft?” ‘Geen idee’, denk ik, gelukkig hoor ik mezelf “verfbakjes” zeggen. Kees is aan de klus, vast verfbakjes. De mevrouw loopt weg en komt met een blij gezicht terug. Ze is de enige, want de rij achter mij kijkt niet bepaalt blij. Haar collega heeft de tas gevonden en ik kan betalen. Ik voel mijn oren suizen. “Ach, ik heb mijn portemonnee zeker op de trap laten liggen, tot zo”. Al fietsend naar huis bedenk ik me dat onze jongste zoon ook zonder portemonnee in de winkel stond toen hij, eindelijk, de computer ging halen. Maar met USB poorten, dat dan weer wel!!


Lees de vorige blog van Pip