Kenmerken van vasculaire dementie

Door vasculaire dementie kan je plots last krijgen van klachten. Je klachten kunnen ook langzaam ontstaan, doordat je over een langere periode bijvoorbeeld ongemerkt meerdere TIA’s, kleine herseninfarcten of hersenbloedingen hebt.

Niet iedereen met vasculaire dementie heeft dezelfde klachten. De klachten hangen af van welke plekken in je hersenen beschadigd zijn en hoe ernstig deze schade is. De ene persoon heeft bijvoorbeeld meer geestelijke klachten en de andere persoon meer lichamelijke klachten.

Geestelijke klachten

Door vasculaire dementie krijg je meestal last van geestelijke klachten, zoals:

  • langzamer praten, denken en bewegen
  • moeite met je aandacht ergens bijhouden
  • een vaak wisselend humeur
  • moeite met dingen vanuit je zelf doen (weinig initiatief nemen)
  • geheugenproblemen

Lichamelijke klachten

Ook kan je lichamelijke klachten hebben, zoals:

  • moeite met lopen en je evenwicht bewaren
  • problemen met slikken en spreken
  • moeite met je plas ophouden (incontinentie)
  • stijf en strak gevoel, vooral in de benen
  • verlamming aan één kant van je lichaam
  • epilepsie

Diagnose van vasculaire dementie

Met je klachten ga je meestal als eerste naar de huisarts. De huisarts zal je vragen stellen over je klachten. Soms zal de huisarts je bloed en urine onderzoeken. Zo kan je huisarts vaststellen of er een andere oorzaak voor je klachten kan zijn, zoals een depressie, verkeerd gebruik van medicijnen, of een tekort aan vitaminen. Ook kan de huisarts een aantal vragen stellen om je geheugen te testen.

Voordat er dementie wordt vastgesteld, kan je al geestelijke en lichamelijke klachten hebben. Deze klachten ontstaat door de schade aan je bloedvaten. De huisarts zal met jou en (een van) je naasten praten. In dit gesprek zal de arts je naaste vragen stellen over mogelijke veranderingen in je gedrag, je geheugen en andere klachten.

Als de huisarts denkt dat verder onderzoek nodig is, dan krijg je een doorverwijzing naar een speciale arts bij een geheugenpoli of het ziekenhuis. Deze arts is bijvoorbeeld een neuroloog of een geriater.

De arts zal je vragen stellen over je klachten en je klachten onderzoeken. Bijvoorbeeld met een aantal tests en vragenlijsten. Soms is het ook nodig om een CT-scan of een MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) te maken. Hierna kan de arts bepalen of je vasculaire dementie hebt.

Oorzaken van vasculaire dementie

Vasculaire dementie ontstaat door schade aan de bloedvaten in je hersenen en de gebieden om deze bloedvaten heen. Dit komt vaak door een beroerte of meerdere TIA’s (Transient Ischaemic Attack). Je kunt vasculaire dementie ontwikkelen na een paar kleine TIA’s of beroertes, maar ook na één groot infarct of bloeding.

Voor vasculaire dementie is niet altijd een duidelijke oorzaak. Artsen denken dat aanleg in de genen voor een deel kan bepalen of je dementie krijgt. Hoe dit precies zit, is nog onduidelijk. Wat wél duidelijk is, is dat je manier van leven (leefstijl) een belangrijke rol speelt. Roken, overgewicht, ongezond eten en te weinig bewegen kunnen het risico op schade aan je bloedvaten vergroten. Een hoge bloeddruk en een hoog vetgehalte in het bloed (hoge cholesterol) vergroten ook de kans op schade aan de bloedvaten. Door schade aan je bloedvaten is de kans op vasculaire dementie groter. Mensen die suikerziekte of hart- en vaatziekten hebben, hebben een grotere kans om vasculaire dementie te krijgen.

Behandeling van vasculaire dementie

Van vasculaire dementie kun je niet genezen. Wel kan een team van specialisten zorgen dat je minder last hebt van je klachten.

Een psycholoog kan je helpen omgaan met de diagnose en ondersteunen bij geheugenproblemen. Als je in de war, angstig of somber bent, dan kan een geriater of psychiater je advies of medicatie geven.

Een fysiotherapeut kan je helpen om makkelijker te lopen en bewegen en een ergotherapeut kan je helpen om dagelijkse activiteiten zoveel mogelijk zelf te blijven doen.

Als de vasculaire dementie is ontstaan door hart- en vaatziekten, dan kunnen verschillende artsen (bijvoorbeeld een huisarts, neuroloog, internist of cardioloog) je behandelen om verdere schade zoveel mogelijk te voorkomen.

Als je ongezond leeft, dan is het belangrijk om je leefstijl aan te passen. Je kunt veel doen om je hersen zo gezond mogelijk te houden. Zo kan je verdere hersenschade voorkomen. Dit houdt meestal in:

Gevolgen van vasculaire dementie

De gevolgen van vasculaire dementie verschillen per persoon. De ene persoon overlijdt bijvoorbeeld binnen vijf jaar na de diagnose en de andere persoon leeft nog 15 jaar met vasculaire dementie. Hoe dit loopt, hangt af van je leeftijd, je gezondheid, de ernst en of je ook andere aandoeningen hebt. Als je ouder bent, dan krijg je vaak vasculaire dementie tegelijk met de ziekte van Alzheimer.

Vasculaire dementie heeft verschillende gevolgen voor je dagelijks leven:

  • Iets begrijpen: je kan traag worden met denken en problemen krijgen met leren en onthouden. Je kunt ook problemen krijgen met vinden van de woorden of begrijpen van taal.
  • Jezelf verplaatsen: als je een stijf of strak gevoel hebt in je benen, kan lopen en fietsen lastig zijn. Als overzicht houden niet goed meer lukt en je trager denkt, gaat autorijden vaak ook niet meer en kan je makkelijker verdwalen.
  • Jezelf verzorgen: door problemen met bewegen kunnen bijvoorbeeld douchen, tandenpoetsen en jezelf aankleden een stuk moeilijker worden.
  • Omgaan met anderen: gesprekken voeren en volgen kan een uitdaging worden. Zo kan het lastig zijn om de juiste woorden te vinden of om je aandacht bij het gesprek te houden. Verder kan je merken dat je humeur vaak wisselt en dat je gedrag verandert.
  • Dagelijkse activiteiten: vaak is het moeilijk om jezelf tot dagelijkse activiteiten te zetten. Problemen met bewegen, maken de dagelijkse dingen soms ook lastig.
  • Meedoen aan de wereld: vasculaire dementie leidt tot steeds meer geestelijke en lichamelijke gevolgen. Hoe ernstiger je klachten, hoe moeilijker het wordt om mee te doen aan de wereld.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • dr. Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie, afd. Geriatrie & Radboudumc Alzheimer centrum te Nijmegen
  • Anne Catrien Baakman, PhD, MD, neuroloog, Alzheimer centrum te Amsterdam

Laatste update: januari 2024