De Hersenstichting draagt met € 449.718 bij aan onderzoek van het Alzheimercentrum Amsterdam UMC. Het onderzoek staat onder leiding van prof. dr. Yolande Pijnenburg. Doel van het onderzoek is om meer kennis op te doen over dementie op jonge leeftijd. Er is zeer weinig bekend over deze aandoening, waar naar schatting 14.000 tot 17.000 Nederlanders mee te maken hebben. Meer kennis zorgt voor een betere diagnose, behandeling en kwaliteit van leven.

De diagnose komt vaak pas laat

Bij dementie denken veel mensen aan ouderen. Begrijpelijk, want de kans op dementie neemt toe als je ouder wordt. Het is zelfs de snelst groeiende doodsoorzaak in Nederland. Maar het is ook mogelijk om op jongere leeftijd dementie te krijgen. Als je de aandoening voor je 65e krijgt, is er sprake van dementie op jonge leeftijd.

Een veel voorkomend probleem bij dementie op jonge leeftijd, is dat het pas laat herkend wordt. Door patiënten zelf, maar ook door familieleden en artsen. Dat komt voor een deel omdat weinig mensen weten dat je op jonge leeftijd ook dementie kunt krijgen. 

Daarnaast zijn de symptomen van dementie op jonge leeftijd anders dan bij ouderen. Je hebt minder last van bekende klachten als vergeetachtigheid, maar je kunt wel problemen krijgen met praten, plannen of zien. Ook verandering van het gedrag komt vaak voor als eerste symptoom.

Jonge dementie wordt hierdoor vaak pas laat vastgesteld. Daardoor komt de behandeling van klachten vaak ook pas laat op gang. De klachten kunnen hierdoor erger worden. Dat kan op jonge leeftijd allerlei gevolgen hebben. Mensen verliezen soms zelfs hun werk, gezin of huis.

Hoogste tijd voor meer kennis

Op dit moment is gebrek aan kennis over jonge dementie het grootste probleem. Tientallen onderzoekers gaan daarom nu samenwerken om zoveel mogelijk onderzoeksvragen te beantwoorden. Over hoe dementie op jonge leeftijd ontstaat, maar ook over het verloop ervan.

Ze gaan bijvoorbeeld beter kijken naar de klachten van dementie op jonge leeftijd. Dit kan helpen om sneller de juiste diagnose te stellen. Ook willen ze delen van de hersenen in kaart brengen die gevoeliger zijn voor dementie. 

Daarnaast gaan ze bekijken wat er precies in de hersenen gebeurt wanneer iemand op jonge leeftijd dementie krijgt.

Waarom steunt de Hersenstichting dit onderzoek?

Dankzij deze samenwerking kunnen veel vragen over jonge dementie beantwoord worden. Dit zorgt voor meer inzicht in de aandoening, waardoor artsen jonge dementie beter begrijpen, eerder herkennen en sneller de juiste zorg kunnen bieden. De Hersenstichting financiert belangrijke onderzoeken zoals deze, zodat er meer behandelingen komen die hersenaandoeningen genezen, stoppen of vertragen.

Hiermee draagt het onderzoek bij aan de missie van de Hersenstichting: gezonde hersenen voor iedereen. Daarom steunt de Hersenstichting dit onderzoek met € 449.718.

Meer over het onderzoek

Met behulp van een MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) gaan de onderzoekers de hersenen bekijken van mensen die op jonge leeftijd dementie hebben gekregen. Dat doen ze op verschillende momenten: vanaf de eerste klachten tot nadat iemand overlijdt. Zo krijgen de onderzoekers een beter beeld van wat er in de hersenen gebeurt en hoe zich dit ontwikkelt over een langere periode.

De onderzoekers volgen de deelnemers aan het onderzoek dus jarenlang. Naast het onderzoeken van de hersenen, bestuderen ze ook hoe het gedrag van iemand verandert. Daarnaast onderzoeken ze welke gevolgen de dementie heeft voor het dagelijks leven. Er is wereldwijd nog nooit eerder zo’n onderzoek naar jonge dementie gedaan.

Welke resultaten verwachten de onderzoekers?

De onderzoekers verwachten beter te begrijpen hoe dementie op jonge leeftijd begint en zich ontwikkelt. Het gaat hierbij vooral om de link tussen wat er in de hersencellen gebeurt en wat de artsen vervolgens bij patiënten in de spreekkamer zien. Met deze kennis kunnen ze artsen helpen om sneller de juiste diagnose te stellen.