Pip wil hulp van agent na aanrijding

Corona en huisarrest

Het is koffietijd en Kees en ik zitten aan tafel.
“Nou”, begin ik, “de afdeling ADHD draait zo gek nog niet in deze huishouding.” Kees denkt na. “Hoe ga je dan nu met die prikkels om?”, vraagt hij verbaasd. “Eigenlijk heb ik nu minder prikkels. Geen sociale contacten, mooi weer en ik kan los in de tuin.” Gezond moe word ik dan en plof legaal op de bank met een boek. “En het huishouden?”, vraagt Kees. “Ach, ik wil jou niet uit je structuur halen”, geef ik aan.

Maar ik heb wel plannen om te bakken. Vanwege mijn longen mag ik niet naar de supermarkt. Ik geef Kees dus een boodschappenbriefje mee om koolhydraat-arme gerechten te kunnen bakken.
De tafel ligt vol recepten en aantekeningen en we nemen nog een kop koffie.

Tekenen en schilderen doe ik ook graag. Ik heb nog een aantal oude tantes. Laat ik die eens een kaartje sturen! Mijn schoonmoeder is honderd jaar en zo heb ik al snel een lijstje met negentig plussers. Ook leuk om de tachtig-plussers een kaartje te sturen, bedenk ik me. Recepten aan de kant en mijn teken- en verfspullen op de tafel. Als lunch een tosti uit de hand en ik schiet lekker op. Ik kijk naar buiten en de zon schijnt als een gek. Heerlijk, tuindeur open en mijn klompen aan. De tuin is betegeld en er zijn een hoop steentjes over. Ik besluit ter plekke een muurtje te bouwen van die steentjes, 50 cm hoog en dan maak ik daarachter een wilde bloementuin.

Dan komt Kees thuis. “Om nou te zeggen dat die afdeling ADHD lekker draait hier…” “Geen idee, wat bedoel je?” vraag ik. “Je zou toch gaan bakken?”, begint Kees. “Ik heb geen idee welk recept ik in gedachte heb en waar ik die boodschappen voor moet gebruiken”. “Kikkererwtenmeel”, leest Kees hardop voor. “Dat moet ik nog even uitzoeken”, zeg ik. De kaarten zijn erg mooi geworden, dat vindt Kees ook. Als ik nu de tafel leegruim, gaat hij koken.

Dan valt zijn oog op het schattige muurtje in de tuin. “Je hoeft niet naar het grofvuil hoor”, geef ik liefjes aan. “Er staan nu dikke rijen met auto’s”. Er komt een glimlach op Kees zijn gezicht.

“Wat zorgen we toch goed voor elkaar hé”, roep ik Kees na als hij richting keuken loopt. Ik vraag maar niet wat we eten vanavond, want ik heb werkelijk geen idee.


Lees hier de vorige blog van Pip