Waarom mensen met een hersenaandoening vaak slecht slapen 

Je hersenen hebben invloed op wanneer je slaapt of wanneer je wakker bent. Ze bepalen wanneer je je slaperig voelt, in slaap valt en hoe goed je kunt slapen zonder wakker te worden. Door een hersenaandoening werken je hersenen anders, waardoor je moeite kunt hebben met slapen. Bij veel mensen is het systeem dat je slaap regelt en ervoor zorgt dat je moe wordt of juist wakker bent (de biologische klok), verstoord. Hierdoor slaap je vaak slechter en onregelmatiger. Ook bepaalde klachten, zoals pijn, stress of medicijnen, of veranderingen in gedrag, zoals minder bewegen of dutjes overdag, kunnen ervoor zorgen dat je slechter slaapt. Daarnaast kunnen medicijnen bijwerkingen hebben die ervoor zorgen dat je slechter slaapt. 

Soorten slaapproblemen bij een hersenaandoening 

Er bestaan verschillende slaapproblemen. Voorbeelden zijn:

  • slapeloosheid (veel wakker zijn en moeilijk in slaap vallen of doorslapen)
  • slaapapneu (een ademhalingsstoornis)
  • rusteloze benen
  • verstoring van je dag-nachtritme
  • slaperigheid overdag

Uit onderzoek blijkt dat mensen met een hersenaandoening vaak slaapproblemen hebben. Van de mensen met parkinson heeft bijvoorbeeld 70 tot 90% last van slaapproblemen. En ongeveer de helft van de mensen met hersenletsel heeft een verstoorde slaap. Ongeveer 1 op de 3 mensen voldoet zelfs aan de voorwaarden voor een slaapstoornis, zoals insomnie of slaapapneu.

Als de slaapproblemen langer aanhouden, kun je een slaapstoornis ontwikkelen. Je leest hier meer over verschillende slaapstoornissen. 

De gevolgen van slecht slapen

Als je slecht slaapt, kun je allerlei krachten krijgen. Je bent moe, hebt een slechter humeur, voelt je angstig of hebt meer moeite om iets te onthouden of je te concentreren. Slecht slapen kan er ook voor zorgen dat de klachten die je hebt door de hersenaandoening nog erger worden. Of dat je minder snel herstelt. Daarnaast kan slecht slapen ervoor zorgen dat je sneller een  depressie, PTSS, angststoornis of zelfs nieuw hersenletsel krijgt.

Slecht slapen is dus een serieus probleem waar mensen met een hersenaandoening helaas nog niet altijd goed bij geholpen worden. 

De behandelingen voor slaapproblemen  

Een behandeling voor slaapproblemen kan bijvoorbeeld bestaan uit hulpmiddelen en oefeningen, medicijnen of cognitieve gedragstherapie. Of en welke behandeling gekozen wordt, hangt af van je diagnose. Je kunt de behandeling altijd met je huisarts bespreken. Of deel je ervaringen binnen een lotgenotengroep bij de patiëntenvereniging waar jouw aandoening onder valt. Je bent niet de enige en kunt leren van de ervaringen van anderen of anderen helpen met jouw ervaring.

vrouw zit op bed met haar hoofd in haar handen

Onderzoek: behandeling van slaapproblemen bij angstklachten

De Hersenstichting draagt met € 300.000 bij aan onderzoek van het Amsterdam UMC. Het onderzoek staat onder leiding van prof. Patricia van Oppen. De onderzoekers willen weten of een bestaande behandeling tegen slapeloosheid ook helpt bij mensen met een angststoornis die slecht slapen. Als mensen met angstklachten beter slapen, kan hun angst beter behandeld worden. Hierdoor verbetert voor hen de kwaliteit van leven. Een op de drie mensen in Nederland krijgt te maken met angstklachten.

Tips voor als je last hebt van slaapproblemen  

De eerste stap is om naar de huisarts te gaan. De huisarts kan een diagnose stellen en bepalen welke behandeling past. Als het nodig is, kan de huisarts je verwijzen naar een specialist. Zelf kun je ook al een aantal dingen doen:  

  • Probeer zoveel mogelijk op vaste tijden te gaan slapen en op te staan.
  • Probeer te ontspannen voordat je gaat slapen. Lees bijvoorbeeld een boek, luister muziek, of mediteer.
  • Kijk vanaf een uur voor je gaat slapen niet meer naar laptops, telefoons en tablets.
  • Drink geen alcohol en eet niet te veel voordat je gaat slapen.
  • Zorg voor een koele, stille en donkere slaapkamer.
  • Probeer gemiste slaap niet overdag in te halen. Dit verstoort je slaapritme.
  • Verdeel je energie overdag goed, met afwisseling tussen drukke en rustige activiteiten en voldoende pauzes. Een te drukke dag kan leiden tot een onrustige nacht waarbij je vaak wakker wordt.