Straks komen ze

Straks komen er twee bevriende stellen. We kennen elkaar sinds de start van onze beroepsopleiding, dik veertig jaar geleden. We hebben heel regelmatig contact en we maken met z’n zessen mee hoe het leven ons vergaat, met alle hoogte- en dieptepunten. En we houden elkaar vast in goede en pittige tijden.

Straks komen ze, om gezellig bij ons te eten. Ook dat doen we al jaren, om de zes weken, roulerend, omdat je aan tafel, de (0%) borrel ervoor en de koffie erna mooie gesprekken en echt contact hebt. Leuk hoor, bellen, appen en zo, maar niets is intensiever dan echt contact.

Koken

Straks komen ze en ik kook. En dat is een wedstrijd met mezelf die ik graag wil winnen, qua organisatie en uitvoering. De beloning is lekker eten met z’n allen en het lekkere gevoel dat ‘het is gelukt’.

Dus ben ik eergisteren begonnen met het kiezen van het diner. Nou ja, het hoofdgerecht dan, want aan voorgerecht doen we niet. Als nagerecht lekker schepijs – denk aan de slagroom. Hou het simpel.

Ik kies een visstoofpot, die ik uiterst overzichtelijk in één flinke pan klaarmaak. Een online gevonden recept geef ik mijn eigen swing: meer groenten, geen knoflook of chilikruiden en wel peperkorrels en lente-uitjes. Ik maak een overzichtelijke boodschappenlijst (op winkelvolgorde) die ik zelfscannend afwerk op het moment dat er geen scholieren in de supermarkt rondlopen. Dubbelcheck thuis.

De planning

Gisteren triplecheck: heb ik alles? Dan de planning maken: wat moet er op welk tijdstip in? Hoeveel tijd in totaal? Terugrekenen vanaf 18 uur: hoe laat moet die pan warm worden?

Vanmorgen heb ik alle ingrediënten schoongemaakt, gesneden en per soort in een eigen bakje gedaan. Die staan nu op volgorde van gebruik (dubbelcheck die planning dus) klaar. Mijn lief deed wat goede suggesties en nam wat extra boodschappen mee – stokbrood, citroen, limoen. Stond niet in het recept, dacht ik niet aan, wel een goede toevoeging.

Straks…

Straks komen ze – ik vind het toch nog steeds spannend, voel me onrustig, gedreven, wil het laten lukken. De bloeddrukmeter zegt dat ook.

Straks eten we en vinden we dat het goed is gelukt. Dan ben ik een beetje euforisch en net niet ongeremd, opgelucht, blij en dankbaar dat het is gelukt.

Straks zijn ze weer weg, na de koffie. Zo tegen 20 uur checken we: kan Menno nog een rondje koffie verder? Dan doen we een tweede bakkie, met nog een bonbon en stoppen we rond 20:45 uur.

Straks lig ik onder een dekentje op de bank, terwijl mijn lief opruimt.

Morgen

Tegen 22 uur kruip ik in bed, op weg naar een onrustige nacht met een uurtje of vijf slaap, lang wakker liggen en af en toe weg sukkelen, met een glimlach.

Morgen kom ik bij. Start langzaam op, heb een koud, stijf lijf en een zeer hoofd. Morgen loop ik een klein rondje buiten en help mee met verder opruimen. Morgen, zo rond 16 uur, ben ik weer ongeveer mezelf.

Straks komen ze en man, heb ik er zin in!


Lees hier de vorige blog van Menno

Menno kreeg in november 2011 een beroerte. Hij kan helaas niet meer werken, maar doet nog wel vrijwillig teksten schrijven. Zo ook voor de Hersenstichting!