Geschiedenis van ADD

ADD en ADHD worden vaak gezien als moderne stoornissen. Toch werden de eerste problemen met gedrag die hierop lijken al aan het begin van de 20e eeuw beschreven. De eerste beschrijving van ADHD werd al in 1902 gedaan door de Engelse kinderarts George Still. 

De term ADD werd in 1980 voor het eerst opgenomen in het handboek dat gebruikt wordt voor de diagnose van hersenaandoeningen (de DSM). Bij een wijziging in 1987 werd de naam ADD weer aangepast naar ADHD. De huidige naam ADHD-I bestaat sinds 1994. 

Kenmerken van ADD

Bij ADD hoorden onder andere de volgende kenmerken: 

  • snel afgeleid zijn 
  • vergeetachtig zijn 
  • problemen met slapen: heel veel slapen maar overdag toch moe of slaperig zijn 
  • ander besef van tijd 
  • dagdromen  
  • overprikkeling  

Sommige van deze kenmerken horen ook bij ADHD-I, de diagnose die nu gebruikt wordt. 

Lees hier verder over de kenmerken van ADHD. 

ADD komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Omdat zij meestal niet druk zijn, vallen ze minder op. Daardoor krijgen ze de diagnose vaak pas laat of helemaal niet. 

Oorzaken van ADD

Bij ADD speelt erfelijkheid een belangrijke rol. Een kind met ADD heeft dus vaak ook een ouder die ADD of ADHD heeft. Bij mensen met ADD werken de hersenen op een andere manier dan bij mensen zonder ADD. 

De oorzaken van ADD zijn hetzelfde als de oorzaken van ADHD. 

Lees hier verder over de oorzaken van ADHD. 

Behandeling van ADD

Mensen met ADD krijgen vaak een behandeling die erg lijkt op de behandeling die mensen met ADHD nu krijgen. Dat zijn meestal medicijnen, therapie of een combinatie daarvan. 

Lees hier verder over de behandeling van ADHD. 

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van: 

  • Prof. dr. J.J. Sandra Kooij, psychiater en hoogleraar ADHD bij volwassenen, Amsterdam UMC en Hoofd Kenniscentrum ADHD bij volwassenen, PsyQ Den Haag