Wat zijn problemen met spraak of taal?

Als je problemen hebt met spraak, dan heb je moeite met praten. Als je problemen hebt met de taal dan kan je moeite hebben met praten, begrijpen, lezen en gesprekken te volgen. Het kan zijn dat je met één ding moeite hebt. Maar het kan ook zijn dat je al deze dingen moeilijk vindt.

Je kunt op verschillende manieren problemen met spraak of taal hebben:

Afasie

Afasie is een taalstoornis, als gevolg van een hersenbeschadiging. Als je afasie hebt, dan heb je vaak moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat ze op tv zeggen, of wat er in de krant staat.

Ook kun je regelmatig moeite hebben met het vinden van het juiste woord. Of met het maken van zinnen die kloppen. Maar het kan ook juist zijn dat je gewone woorden moeilijk begrijpt, hoewel je ze bekend vindt klinken.

Als je afasie hebt, kan een specialist een taalonderzoek doen. Dit kan gedaan worden door een logopedist, een afasietherapeut, of een klinisch linguïst (taalstoornis specialist). Deze persoon kan dan na gaan wat er precies aan de hand is.

Dysartrie

Als je dysartrie hebt, dan kun je de spieren waarmee je praat minder goed bewegen. Dit maakt het lastig om woorden duidelijk uit te spreken. Ook kan het zijn dat je stem anders klinkt en dat het moeilijker is om adem te halen.

Spraakapraxie

Bij spraakapraxie kun je de spieren waarmee je praat wél goed bewegen, maar je kan de spieren niet meer goed aansturen om de juiste klanken te maken. Dit maakt het moeilijk om te spreken. Soms klinkt de spraak hierbij een beetje anders of steeds op dezelfde toon.

Problemen met spraak of taal door moeite met denken

Er kunnen ook alleen kleine veranderingen in je spraak of taal zijn. Je hebt dan bijvoorbeeld wat meer moeite om de juiste woorden te vinden. Of je reageert op een andere manier. Deze klachten ontstaan meestal als je problemen met denken krijgt door schade aan je hersenen. Zoals moeite om je te concentreren of je aandacht erbij te houden.

Kenmerken problemen met spraak of taal

Iedereen ervaart problemen met spraak of taal weer anders. Sommige mensen hebben er meer last van dan anderen.

Het kan zijn dat je langzaam steeds meer klachten krijgt. Maar het kan ook zijn dat je er op bepaalde momenten niks van merkt. Of dat alleen je naasten het merken.

Door problemen met spraak of taal kun je mogelijk last krijgen van een paar van deze klachten:

  • je hebt moeite met begrijpen wat iemand tegen je zegt
  • je hebt moeite met begrijpen wat je leest
  • je hebt moeite met zeggen of opschrijven wat je wilt
  • je hebt moeite met het vinden van woorden of namen
  • je hebt moeite met het maken van goede zinnen
  • je praat minder duidelijk
  • je praat steeds op dezelfde toon
  • je stem klinkt anders
  • je hebt moeite met begrijpen wat iemand tegen je zegt
  • je hebt moeite met begrijpen wat je leest
  • je hebt moeite met zeggen of opschrijven wat je wilt
  • je hebt moeite met het vinden van woorden of namen
  • je hebt moeite met het maken van goede zinnen
  • je praat minder duidelijk
  • je praat steeds op dezelfde toon
  • je stem klinkt anders

Impact van problemen met spraak of taal

Problemen met spraak of taal kunnen een grote impact hebben op je sociale leven en werk. Bij een ernstig verloop kan het zijn dat je helemaal niet meer kunt praten. Meestal word je nooit meer helemaal beter.

  • Jezelf verplaatsen

    Iemand de weg vragen kan een uitdaging zijn. Ook kun je moeite hebben met begrijpen wat de bestuurder in het openbaar vervoer zegt of met het plannen van je reis.

  • Jezelf verzorgen

    Als je woorden niet meer goed begrijpt, dan is het ook moeilijker om voor jezelf te zorgen. Misschien begrijp je vaak niet wat er op de sticker of bijsluiter van je medicijnen staat. Of vind je het moeilijk om te begrijpen wat er op een product in de supermarkt staat. Als praten lastig is, kan je ook minder goed om hulp vragen, bijvoorbeeld in een gesprek met de huisarts.

  • Omgaan met anderen

    Problemen met spraak of taal kunnen grote gevolgen hebben voor je sociale leven. Als spreken vermoeiend is, wil je misschien minder vaak op bezoek, of naar een feestje. Of je wil maar eventjes gaan. Als je veel moeite hebt met zeggen wat je wil, of verstaanbaar spreken, ben je soms ook afhankelijk van het geduld van anderen.

  • Dagelijkse activiteiten

    Een film kijken, een roman lezen, een e-mail schrijven, boodschappen doen: door taalproblemen kunnen veel dagelijkse activiteiten een uitdaging worden. En soms lukt het helemaal niet meer. Vaak kun je door problemen met spraak of taal je werk niet meer (goed) doen. Ook kunnen de klachten erger worden als je bijvoorbeeld moe of gespannen bent.

  • Meedoen aan de wereld

    Meedoen met de wereld is erg lastig als je anderen niet begrijpt. Of als je niet begrepen wordt. Je klachten kunnen je werk, hobby’s en sociale relaties in de weg staan. Ook is het lastig om mee te praten, omdat je bijvoorbeeld nieuwtjes of nieuws mist. Omdat je dingen mist en niet goed kunt vertellen wat je wilt, voelt of denkt, kan het zijn dat je liever alleen bent. Daardoor kun je je eenzaam gaan voelen.

Iemand de weg vragen kan een uitdaging zijn. Ook kun je moeite hebben met begrijpen wat de bestuurder in het openbaar vervoer zegt of met het plannen van je reis.

Als je woorden niet meer goed begrijpt, dan is het ook moeilijker om voor jezelf te zorgen. Misschien begrijp je vaak niet wat er op de sticker of bijsluiter van je medicijnen staat. Of vind je het moeilijk om te begrijpen wat er op een product in de supermarkt staat. Als praten lastig is, kan je ook minder goed om hulp vragen, bijvoorbeeld in een gesprek met de huisarts.

Problemen met spraak of taal kunnen grote gevolgen hebben voor je sociale leven. Als spreken vermoeiend is, wil je misschien minder vaak op bezoek, of naar een feestje. Of je wil maar eventjes gaan. Als je veel moeite hebt met zeggen wat je wil, of verstaanbaar spreken, ben je soms ook afhankelijk van het geduld van anderen.

Een film kijken, een roman lezen, een e-mail schrijven, boodschappen doen: door taalproblemen kunnen veel dagelijkse activiteiten een uitdaging worden. En soms lukt het helemaal niet meer. Vaak kun je door problemen met spraak of taal je werk niet meer (goed) doen. Ook kunnen de klachten erger worden als je bijvoorbeeld moe of gespannen bent.

Meedoen met de wereld is erg lastig als je anderen niet begrijpt. Of als je niet begrepen wordt. Je klachten kunnen je werk, hobby’s en sociale relaties in de weg staan. Ook is het lastig om mee te praten, omdat je bijvoorbeeld nieuwtjes of nieuws mist. Omdat je dingen mist en niet goed kunt vertellen wat je wilt, voelt of denkt, kan het zijn dat je liever alleen bent. Daardoor kun je je eenzaam gaan voelen.

Oorzaak in de hersenen

Problemen met spraak of taal worden meestal veroorzaakt door schade aan de hersenen.

Aandoeningen die leiden tot problemen met spraak of taal

Door verschillende aandoeningen en situaties kunnen er problemen met spraak of taal ontstaan. Enkele voorbeelden zijn:

Behandelen van problemen met spraak of taal

Als je problemen met spraak of taal hebt, dan word je meestal niet meer helemaal beter. Wel kan een team van speciale zorgverleners je helpen om ermee te leren leven.

Zo kan een logopedist je adviezen en bepaalde hulpmiddelen geven. Zoals een aanwijsboek of een speciale app op je iPad of tablet, voor mensen met afasie. Met deze middelen kun je makkelijker het woord vinden dat je zoekt.

Ook kan een logopedist problemen met spraak of taal behandelen met therapie. Er bestaan verschillende methoden, zoals DYSAMIX voor de spraak (bij dysartrie). Voor spraakapraxie bestaat er MIT (Melodic Intonation Therapy), SMTA (Speech Music Therapy for Aphasia) of TIAS (Therapeutisch Instrument voor Apraxie van de Spraak). Voor specifieke taalproblemen zijn er methoden zoals BOX (semantische stoornissen), FIKS (fonologische stoornissen) en TAXS (syntactische stoornissen).

Tips voor mensen met problemen met spraak of taal

Dit zijn een paar tips die je in verschillende situaties kunt gebruiken:

  • Neem voldoende rust: als je moe of gespannen bent kun je meer last van klachten krijgen.
  • Zorg dat je omgeving rustig is: zet tijdens een gesprek bijvoorbeeld de radio of tv uit en doe de deur en ramen dicht. Je wordt dan minder afgeleid en het is makkelijker om je aandacht erbij te houden.
  • Vraag de persoon met wie je praat om hulp: vraag de ander om rustig te praten en korte zinnen te gebruiken. Vertel de persoon ook dat je tijd nodig hebt om je bedoeling duidelijk te maken. Als je afasie hebt, dan kun je de app  ‘Hallo afasie’ gebruiken. Dit is een speciale app voor je mobiel en tablet. Hiermee laat je aan een ander lezen wat er met je aan de hand is en hoe diegene rekening met je kan houden.

Tips voor naasten van mensen met problemen met spraak of taal

Als een naaste problemen met spraak of taal heeft, dan is dat niet alleen zwaar voor de patiënt maar ook voor jou. Soms kun je elkaar verkeerd begrijpen. Als dit gebeurt, dan kun je je dierbare steunen door duidelijk te laten merken dat je diegene probeert te begrijpen.

Dit zijn nog een aantal dingen die je voor je naaste kunt doen:

  • Neem de tijd voor een gesprek: geef je naaste genoeg tijd om je boodschap te begrijpen. Praat rustig, kijk je naaste aan en gebruik korte zinnen. Het helpt ook als je de nadruk legt op belangrijke woorden.
  • Hou vragen kort en gesloten: probeer vragen te stellen die je naaste met ja of nee kan beantwoorden. Vraag bijvoorbeeld niet of iemand koffie of thee wil, maar vraag: wil je koffie?
  • Vertel of vraag één ding tegelijkertijd: verander niet telkens van onderwerp en geef het aan als je over iets anders wil praten.
  • Herhaal je boodschap: let op de gezichtsuitdrukking en de reactie van je naaste om te zien of je naaste je begrijpt. Herhaal je boodschap of vraag als dat nodig is.
  • Wees eerlijk: begrijp je je naaste niet? Geef dat dan eerlijk aan. Het helpt je naaste niet als je doet alsof je diegene snapt.
  • Zorg voor een rustige en veilige omgeving: Geluiden uit de omgeving kunnen je naaste afleiden of stress geven. Zorg voor een rustige omgeving door deuren en ramen te sluiten. Zet de tv en radio uit als je bezoek krijgt of met je naaste wil praten.
  • Schrijf je boodschap of vraag op: als je naaste kan lezen, schrijf dan de belangrijkste woorden van je boodschap op. Wil je iets vragen? Schrijf dan in het kort je vraag en de mogelijke antwoorden op. Zo kan je dierbare het antwoord aanwijzen.
  • Laat zien waar je het over hebt: het kan helpen als je tijdens het praten laat zien wat je bedoelt. Ondersteun het gesprek met gebaren, geluiden, foto’s, voorwerpen, een tekening of een woordenlijst. Als je het bijvoorbeeld over iemand hebt, wijs diegene dan aan op een foto.
  • Praat op een ander moment verder: soms lukt het gewoon niet om elkaar te begrijpen. Laat het gesprek even rusten en probeer het later weer.

Deze tekst over problemen met spraak of taal is gemaakt in samenwerking met:

  • drs. Hannelore van der Velden, Klinisch linguïst/logopedist, De Hoogstraat Revalidatie te Utrecht
  • dr. Tanja Nijboer, Associate Professor en Universitair Hoofddocent, Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht