Beweegproblemen met een hersenaandoening
Schade aan de hersenen kan ervoor zorgen dat je problemen krijgt met bewegen. Of en hoeveel beweegproblemen je hebt, verschilt per persoon. Door een hersenaandoening kun je bijvoorbeeld last hebben van trillende lichaamsdelen (tremor), verhoogde spierspanning, evenwichtsproblemen, krachtverlies en (gedeeltelijke) verlamming. Dit maakt bewegen zoals je gewend was veel moeilijker. Voorbeelden van hersenaandoeningen waarbij je last kunt krijgen van beweegproblemen zijn een beroerte, de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington.
Hoe vaak komen beweegproblemen voor?
Uit onderzoek blijkt dat mensen met verschillende hersenaandoeningen minder bewegen dan mensen zonder een hersenaandoening. Ongeveer tweederde van de mensen met een beroerte, depressie en migraine haalt de beweegrichtlijn niet. Ook blijkt uit onderzoek dat mensen die gerevalideerd hebben het lastig vinden om thuis voldoende te blijven bewegen. Welke en hoeveel beweegproblemen iemand met een hersenaandoening heeft, verschilt per persoon.

De een heeft door de hersenaandoening een fysieke beperking, zoals slecht zien of verlamming, die bewegen moeilijker maakt. De ander heeft misschien vooral last van de geestelijke en cognitieve gevolgen van een hersenaandoening, zoals snel overprikkeld raken of angst om te bewegen.
Welke hersenaandoening je ook hebt, probeer te letten op:
- Bewegen is goed, maar meer bewegen is beter. Let daarbij wel op je eigen grenzen.
- Probeer regelmatig op te staan en van houding te wisselen.
- Bedenk samen met iemand in je omgeving of een hulpverlener wat jij kunt en wilt doen om regelmatig te bewegen.
De oorzaken van beweegproblemen
Je kunt de hersenen grofweg indelen in een linker- en rechterhersenhelft. De linkerhersenhelft stuurt de rechterkant van je lichaam aan, je rechterhersenhelft de linkerkant. Dat betekent dus dat schade aan je rechterhersenhelft zorgt voor beweegproblemen aan de linkerkant van je lichaam, en andersom. Welke beweegproblemen je hebt, hangt af van het soort hersenaandoening en waar de schade in je hersenen zit. Door de schade in de hersenen kan het aansturen van je lichaam minder goed gaan waardoor je beweegproblemen kunt ervaren.
Wat kun je zelf doen?
-
Houd rekening met wat je wel en niet kunt
Iedereen met een hersenaandoening is anders. Wat de één wel lukt, kan voor een ander te veel zijn. Houd dus rekening met wat je wel en niet (meer) kunt. Het is belangrijk dat je weet wat jouw mogelijkheden zijn. Misschien lukt het niet om een half uur te lopen, maar kun je wel wat oefeningen doen vanuit je (rol)stoel. Zoals de stoelpoten of wielen aantikken met je handen.
Wil je advies hierover? Een fysiotherapeut of ergotherapeut kan samen met jou manieren vinden om genoeg te bewegen. Je kunt ook begeleiding zoeken bij een beweegcoach.
-
Zoek iets dat bij je past
Ben je op zoek naar een manier van bewegen die bij je past? Er zijn veel manieren om meer te bewegen. Je kunt afwisselen door te bewegen in en om het huis, tijdens werk, in je vrije tijd en door te sporten. Op de website Uniek Sporten vind je meer informatie over aangepast sporten bij jou in de buurt. En je vindt hier verhalen van anderen die aangepast sporten. Ook op de website van NLactief vind je locaties waar je veilig kunt bewegen op een manier die bij je past. Daarnaast kan een buurtsportcoach je helpen zoeken naar sport- en beweegaanbod in je wijk.
-
Vergelijk jezelf niet
Misschien loopt je buurman met gemak een marathon en is een ommetje in de buurt voor jou een grote uitdaging. Of ging je vroeger een paar keer per week flink sporten bij de sportschool, terwijl je nu een keer per week aangepast zwemt. Dan kan het voelen alsof je niet goed bezig bent. Probeer jezelf niet te vergelijken. Niet met anderen, maar ook niet met jezelf. Het is belangrijk dat je doet wat je nu kunt. Wat dat betekent, verschilt per persoon. Als je jezelf maar blijft uitdagen.
-
Elke stap telt
Het kan zijn dat het je (nog) niet lukt om de beweegrichtlijnen te halen. Laat je niet afschrikken. Elke beweging is mooi meegenomen. Of je nou de tafel dekt, tuiniert, je tanden poetst of af en toe opstaat uit je (rol)stoel. Bedenk dat alle beetjes helpen!
-
Sporten met hersenletsel
Voor mensen met hersenletsel zijn er speciale sportprogramma’s in een rustige omgeving met zo min mogelijk storende prikkels. Een voorbeeld van zo’n sportprogramma is Meet Me At The Gym. Ook zijn er zwembaden met speciale prikkelvriendelijke uren. Tijdens het sporten word je begeleid door iemand die veel weet van aangepast bewegen.
Iedereen met een hersenaandoening is anders. Wat de één wel lukt, kan voor een ander te veel zijn. Houd dus rekening met wat je wel en niet (meer) kunt. Het is belangrijk dat je weet wat jouw mogelijkheden zijn. Misschien lukt het niet om een half uur te lopen, maar kun je wel wat oefeningen doen vanuit je (rol)stoel. Zoals de stoelpoten of wielen aantikken met je handen.
Wil je advies hierover? Een fysiotherapeut of ergotherapeut kan samen met jou manieren vinden om genoeg te bewegen. Je kunt ook begeleiding zoeken bij een beweegcoach.
Ben je op zoek naar een manier van bewegen die bij je past? Er zijn veel manieren om meer te bewegen. Je kunt afwisselen door te bewegen in en om het huis, tijdens werk, in je vrije tijd en door te sporten. Op de website Uniek Sporten vind je meer informatie over aangepast sporten bij jou in de buurt. En je vindt hier verhalen van anderen die aangepast sporten. Ook op de website van NLactief vind je locaties waar je veilig kunt bewegen op een manier die bij je past. Daarnaast kan een buurtsportcoach je helpen zoeken naar sport- en beweegaanbod in je wijk.
Misschien loopt je buurman met gemak een marathon en is een ommetje in de buurt voor jou een grote uitdaging. Of ging je vroeger een paar keer per week flink sporten bij de sportschool, terwijl je nu een keer per week aangepast zwemt. Dan kan het voelen alsof je niet goed bezig bent. Probeer jezelf niet te vergelijken. Niet met anderen, maar ook niet met jezelf. Het is belangrijk dat je doet wat je nu kunt. Wat dat betekent, verschilt per persoon. Als je jezelf maar blijft uitdagen.
Het kan zijn dat het je (nog) niet lukt om de beweegrichtlijnen te halen. Laat je niet afschrikken. Elke beweging is mooi meegenomen. Of je nou de tafel dekt, tuiniert, je tanden poetst of af en toe opstaat uit je (rol)stoel. Bedenk dat alle beetjes helpen!
Voor mensen met hersenletsel zijn er speciale sportprogramma’s in een rustige omgeving met zo min mogelijk storende prikkels. Een voorbeeld van zo’n sportprogramma is Meet Me At The Gym. Ook zijn er zwembaden met speciale prikkelvriendelijke uren. Tijdens het sporten word je begeleid door iemand die veel weet van aangepast bewegen.
Behandelingen van beweegproblemen
Heb je problemen met bewegen? Neem dan contact op met je huisarts. De huisarts kan je goede tips geven over hoe je voldoende kunt bewegen in jouw situatie. Bewegen is in elke situatie in ieder geval goed voor je hersenen. Bewegen kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat je klachten minder toenemen.
De huisarts kan je doorverwijzen naar een specialist die je kan helpen met taal-, spraak en slikproblemen (logopedist), dagelijkse activiteiten, zoals koffie- of thee zetten (ergotherapeut) of bewegen, pijn en voorkomen van klachten (fysiotherapeut).