Normale druk hydrocefalie

Normale druk hydrocefalie is een speciale vorm van hydrocefalie, waarbij de druk niet oploopt. De problemen met het afvoeren van hersenvocht ontstaan op latere leeftijd. Dat is meestal tussen de 60 en 80 jaar.

Kenmerken van een waterhoofd

Een waterhoofd herken je op verschillende manieren. Bij kinderen merk je dit bijvoorbeeld aan:

  • versnelde groei van het hoofd
  • een gespannen fontanel
  • uitgezette aderen
  • prikkelbaar zijn
  • uitpuilende ogen
  • verhoogde spanning in de beentjes

Bij oudere kinderen en volwassenen groeit het hoofd meestal niet meer. De schedel is dan al gesloten. Je hebt dan wel last van klachten zoals hoofdpijn, misselijkheid, slecht zien en lusteloosheid.

Bij normale druk hydrocefalie heb je last van een of meer van de volgende klachten:

  • problemen met lopen
  • problemen met het geheugen
  • problemen met plassen

Diagnose van een waterhoofd

Als het hoofd van je kindje te snel groeit, ga je als ouder vaak eerst naar de huisarts. Dat doe je ook als je als volwassene last krijgt van klachten die bij een waterhoofd horen. De arts zal je doorverwijzen naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Er zijn verschillende manieren om de diagnose van een waterhoofd te stellen.

Vaak wordt er een CT-scan (Computer Tomografie) of MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) gemaakt. Zo kan de arts zien of de hersenholtes groter zijn dan normaal. Soms is op de scan ook te zien dat er te veel hersenvocht in de holtes zit. Bij kleine kinderen kan dit ook met een echo, zolang de schedelnaden nog niet gesloten zijn. Vaak is er ook nog een scan nodig.

Bij een waterhoofd is de druk in je hersenholtes te hoog door het opgehoopte vocht. Die druk kan gemeten worden via een ruggenprik. Het vocht dat wordt afgenomen kan dan ook gelijk onderzocht worden. Dat helpt soms om de oorzaak te achterhalen. Bloedonderzoek kan hier ook bij helpen.

Oorzaken van een waterhoofd

Je hersenen worden beschermd door je schedel en het hersenvocht. Dat vocht werkt als een soort stootkussen tussen je hersenen en je schedel en wordt steeds aan- en afgevoerd. Bij een waterhoofd gaat dat niet goed, er blijft te veel hersenvocht achter in de hersenholtes. 

Dat kan verschillende oorzaken hebben:

Behandeling van een waterhoofd

Bij een waterhoofd is het belangrijk dat het hersenvocht wordt afgevoerd. Dat gebeurt met een drain, een dun slangetje dat tijdens een operatie wordt aangebracht. Er zijn 2 soorten drains:

1. Interne drain: een slangetje in het lichaam, van de hersenholte of de rug naar de buikholte of het hart. Een interne drain hou je meestal je hele leven.

2. Externe drain (shunt): een slangetje van de hersenholte naar een opvangbak buiten het lichaam. Deze drain is tijdelijk en wordt bijvoorbeeld gebruikt bij een infectie.

Gevolgen van een waterhoofd

Hoe langer de hoge druk in de hersenen duurt, hoe groter de kans is dat er hersencellen beschadigd raken. Dat kan verschillende gevolgen hebben.

  • Iets begrijpen: Als je hersenen beschadigd raken, kun je moeite krijgen met het begrijpen van dingen. Ook kun je problemen krijgen met denken en leren.
  • Jezelf verplaatsen: Door schade in de hersenen kun je slingerend gaan lopen. Dat maakt het lastig om jezelf te verplaatsen. 
  • Jezelf verzorgen: Een waterhoofd kan zorgen voor problemen met plassen. Ook kun je soms minder goed zien, waardoor het lastiger is om voor jezelf te zorgen.
  • Omgaan met anderen: Als er schade in de hersenen is, kan je gedrag veranderen. Je bent bijvoorbeeld sneller boos, of vanuit het niets verdrietig. Dat kan het moeilijk maken om met andere mensen om te gaan.
  • Dagelijkse activiteiten: Problemen met denken, zien en naar de wc gaan kunnen dagelijkse dingen moeilijker maken. Taken op school of werk zijn bijvoorbeeld lastiger dan voorheen.
  • Meedoen aan de wereld: Door de gevolgen van hersenschade kost het meer moeite om eropuit te gaan. Je blijft dan soms liever thuis, omdat je het moeilijk vindt om mee te doen aan de wereld.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van:

  • Leonie van den Abbeele, physician assistant neurochirurgie, Radboudumc te Nijmegen