Doe met ons mee

Overprikkeling is een onderschat probleem dat het dagelijks functioneren ernstig kan belemmeren. Daarom vraagt de Hersenstichting vanaf 23 juni vier weken lang aandacht voor de invloed van overprikkeling. Onze droom is een prikkelvriendelijke samenleving waarin mensen met overprikkeling begrip ervaren.

Bekijk hier wat jij kunt doen.

Wat is overprikkeling?

Een prikkel is een stukje informatie dat binnenkomt via onze zintuigen. Zo kunnen we prikkels zien, horen, voelen, ruiken, en proeven. Dit noemen we externe prikkels. Ook pijn, gedachten, gevoelens en emoties zijn prikkels; zogenaamde interne prikkels. Normaal gesproken verwerken je hersenen deze prikkels zonder dat je het in de gaten hebt. Ze selecteren de informatie die belangrijk is en filteren de prikkels die niet, of minder belangrijk zijn. Bij overprikkeling worden prikkels niet goed verwerkt. Je kunt dan veel meer prikkels ervaren dan normaal of het kost meer moeite om prikkels te verwerken.

Er is nog geen goede test om overprikkeling te meten en om te bepalen waarom en wanneer er overprikkeling ontstaat bij iemand. Wel is in de afgelopen jaren de MESSY ontwikkeld, een vragenlijst om overprikkelingsklachten na hersenletsel in kaart te brengen.

Er is ook nog steeds veel onduidelijkheid over de oorzaken van overprikkeling. Omdat we niet precies weten wat het is, is er ook nog geen behandeling die voor iedereen geschikt is. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de oorzaken en naar goede tests, zodat een eventuele behandeling precies op maat kan worden gegeven.

Veel mensen met een hersenaandoening hebben last van overprikkeling, maar ook mensen zonder hersenaandoening kunnen weleens overprikkeld zijn. Zoals na een periode van weinig activiteiten door een lockdown of langdurige ziekte. De hersenen zijn daardoor gewend geraakt aan minder prikkels. Je moet na zo’n periode dan ook rustig opbouwen om weer met meer prikkels om te kunnen gaan.

De gevoeligheid voor prikkels en hoe je daarmee omgaat, is bij iedereen verschillend. Dat heeft niets te maken met hersenaandoeningen; er zijn nu eenmaal veel verschillen tussen mensen. Zo gaat de één graag naar een druk muziekfestival met harde muziek en veel mensen, terwijl de ander liever in het bos wandelt.

Kaartje | Overprikkeling

Overprikkeling komt veel voor bij hersenaandoeningen en heeft een enorme impact. Het kan leiden tot klachten als vermoeidheid, overgeven en hoofdpijn. Of het kan de klachten die je al hebt door een hersenaandoening erger maken….

Alle zintuigen kunnen overprikkeld raken 

Overprikkeling geldt voor alle zintuigen: zien, horen, voelen, ruiken of proeven. Ook kan overprikkeling specifiek zijn voor een bepaald zintuig. Zo kun je bijvoorbeeld heel snel last hebben van harde geluiden, maar heb je geen moeite met aanrakingen van de huid. 

Onzichtbaar 

Van de buitenkant is het moeilijk te zien of iemand last heeft van overprikkeling. Niet iedereen begrijpt dat een situatie die normaal is voor de één, onleefbaar kan zijn voor iemand met overprikkeling. Voor de één maakt het in de supermarkt niet veel uit hoe druk het is. Voor de ander is de topdrukte tussen 17:00 en 18:00 uur onmogelijk. 

Kenmerken van overprikkeling 

Bij overprikkeling heb je vaak last van één of meer van deze kenmerken: 

  • je bent gevoeliger voor prikkels: prikkels zoals licht of geluid komen harder binnen 
  • alle prikkels lijken even sterk 

Hierdoor: 

Aan de slag met jouw overprikkeling

Heb jij last van overprikkeling door een hersenaandoening? Ga dan aan de slag met het PrikkelPlan. Met deze online tool ontdek je hoe overprikkeling er bij jou uitziet en wat jou kan helpen.

Oorzaak in de hersenen

De precieze oorzaak van overprikkeling is onbekend. Er wordt daarom veel onderzoek gedaan. Ideeën over de mogelijke oorzaken zijn:

  • Eén van de oorzaken heeft te maken met hoe de hersenen informatie van de zintuigen verwerken. De drempelwaarde om een geluid waar te nemen is veranderd waardoor je het geluid harder hoort dan het eigenlijk is. Of waardoor dat licht feller lijkt te zijn.  
  • Een andere verklaring voor overprikkeling is dat je aandachtsfilter niet goed meer werkt. Dit betekent dat je hersenen moeite hebben om te bepalen welke prikkels belangrijk zijn en welke niet. Normaal gesproken let je alleen op de informatie die belangrijk is voor waar je op dat moment mee bezig bent. Maar als je aandacht niet meer goed filtert, kun je hoofdzaken niet meer van bijzaken scheiden. Daardoor krijg je bijvoorbeeld te veel prikkels binnen, of komen alle prikkels op hetzelfde niveau binnen, ook de prikkels waar je op dat moment niets mee hoeft te doen. Je wordt bijvoorbeeld afgeleid door het geluid van de afwasmachine op de achtergrond. Je kunt dan minder goed gaan functioneren.
  • Ook kan het zo zijn dat je juist te veel aandacht richt op prikkels waar je geen aandacht aan hoeft te besteden. Zoals aan het geluid van de kerkklokken buiten. Hierdoor wen je niet meer aan prikkels die er regelmatig zijn, maar waar je geen aandacht aan hoeft te besteden. 
  • Wat ook een rol lijkt te spelen, is hoe de hersenen informatie van meerdere zintuigen samenvoegen. Dit heet multisensorische integratie. Normaal gesproken kunnen je hersenen bijvoorbeeld de mondbewegingen en de stem van iemand die je ziet praten bij elkaar voegen. Die informatie hoort namelijk bij elkaar. Als dit samenvoegen van informatie die bij elkaar hoort misgaat, zou dit kunnen leiden tot overprikkeling. Je ervaart dan bijvoorbeeld twee prikkels in plaats van een. 
  • Tot slot spelen persoonlijke factoren, zoals je gevoeligheid voor stress en je persoonlijkheid een rol. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld sneller angstig dan anderen. Ook omgevingsfactoren, zoals een hoge werkdruk, hebben invloed op of en hoe snel je overprikkeld bent. Overprikkeling komt namelijk ook voor zonder dat er schade aan de hersenen is, zoals bij een burn-out.

Aandoeningen die leiden tot overprikkeling

Veel mensen met een hersenaandoening hebben last van overprikkeling. Enkele voorbeelden zijn: een beroerte, de ziekte van Parkinson, een angststoornis, migraine en hersenbeschadigingen door een ongeval. Maar ook mensen met een autismespectrumstoornis, depressie, ADD, of ADHD hebben vaak last van overprikkeling.

Behandelen van overprikkeling

Er zijn nog nauwelijks behandelingen voor overprikkeling. Wat kan helpen bij overprikkeling is:

  • Goede uitleg van hoe de hersenen werken en wat er door een hersenaandoening kan veranderen.
  • Het opbouwen van activiteiten volgens een schema dat bij jou past. Voor de een kan dat betekenen dat je langzaamaan meer gaat doen terwijl de ander juist moet leren doseren.
  • Het trainen van je aandacht zodat je via praktische oefeningen leert om je aandacht te richten op wat belangrijk is op dat moment.
  • Opnieuw leren regelen en plannen van je balans door hulpmiddelen en rust (compensatiestrategie). Je leert bijvoorbeeld om langzaam aan prikkels te wennen. Ook leer je om de dag bewust in te delen, met dingen die voor jou belangrijk zijn en veel rustmomenten. Ten slotte leer je om beter te luisteren naar de eerste signalen van overprikkeling, zodat je op tijd rust kunt nemen en de ergste overprikkeling kunt voorkomen.
  • Het leren herkennen van jouw gedachten en gevoelens bij de prikkels die binnenkomen. Door deze gedachten uit te dagen kun je leren om anders met prikkels om te gaan.
  • Het leren accepteren van je situatie. Dat kan bijvoorbeeld door ontspanningsoefeningen, mindfulness of Acceptance and Commitment Therapy (ACT).

Invloed van overprikkeling

 De invloed van overprikkeling verschilt van persoon tot persoon: het geeft bij de één een druk en vermoeiend gevoel, en kan bij een ander leiden tot een zeer ernstige beperking.

Mensen met overprikkeling hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties. Bij sommige mensen leidt dit tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval.

Omdat je aan de buitenkant niet ziet of iemand overprikkeld is, zorgt het vaak voor onbegrip in je omgeving. Iemand lijkt aan de buitenkant nog steeds hetzelfde, maar dagelijkse activiteiten als werken, studeren, leven in een gezin, of zelfs koken en boodschappen doen, lukken ineens niet meer.

  • Thuis

    Door overprikkeling kan je zo vermoeid raken dat het ten koste gaat van jezelf. Zorgen voor jezelf kan er dan bij inschieten, bijvoorbeeld doordat je veel hoofdpijn hebt en te weinig energie hebt om naar de supermarkt te gaan. Ook wil je misschien graag ontspannen, maar zijn radio luisteren of een boek lezen je snel te veel. Je hebt veel rustmomenten nodig en misschien heb je meer hulp nodig om het thuis overzichtelijk en opgeruimd te houden.

  • Werk en school

    Overprikkeling kan ervoor zorgen dat je veel moeite moet doen om iets goed te begrijpen. Je kan het bijvoorbeeld lastig vinden om een gesprek met mensen goed te volgen (bijvoorbeeld in een drukke omgeving). Hoewel je graag naar werk of school gaat, kan dit je veel energie kosten door alle prikkels die je op werk en school kan tegenkomen.

  • Vrije tijd

    Het geluid van het verkeer, een tikkend stoplicht, de felle zon: je hersenen krijgen veel prikkels binnen als je op pad gaat. Door de hoeveelheid prikkels die je tijdens een gewone autorit of fietstocht kunt zien, horen, ruiken of voelen, ben je soms gewoon te moe voor de supermarkt of een doktersbezoek. Dit kan veel invloed hebben op je vrije tijd. Je wilt misschien veel dingen doen, maar door overprikkeling is dit lastig.

  • Sociale contacten

    We zien ook dat mensen die snel overprikkeld zijn minder makkelijk contact hebben met anderen. Als het je bijvoorbeeld niet meer lukt om samen iets leuks te doen omdat je dan in situaties komt waarin je snel overprikkeld raakt, maak je de afspraak bijvoorbeeld maar niet of zeg je een feestje toch maar af. Mensen begrijpen dit vaak niet, waardoor je je eenzaam kunt voelen.

Door overprikkeling kan je zo vermoeid raken dat het ten koste gaat van jezelf. Zorgen voor jezelf kan er dan bij inschieten, bijvoorbeeld doordat je veel hoofdpijn hebt en te weinig energie hebt om naar de supermarkt te gaan. Ook wil je misschien graag ontspannen, maar zijn radio luisteren of een boek lezen je snel te veel. Je hebt veel rustmomenten nodig en misschien heb je meer hulp nodig om het thuis overzichtelijk en opgeruimd te houden.

Overprikkeling kan ervoor zorgen dat je veel moeite moet doen om iets goed te begrijpen. Je kan het bijvoorbeeld lastig vinden om een gesprek met mensen goed te volgen (bijvoorbeeld in een drukke omgeving). Hoewel je graag naar werk of school gaat, kan dit je veel energie kosten door alle prikkels die je op werk en school kan tegenkomen.

Het geluid van het verkeer, een tikkend stoplicht, de felle zon: je hersenen krijgen veel prikkels binnen als je op pad gaat. Door de hoeveelheid prikkels die je tijdens een gewone autorit of fietstocht kunt zien, horen, ruiken of voelen, ben je soms gewoon te moe voor de supermarkt of een doktersbezoek. Dit kan veel invloed hebben op je vrije tijd. Je wilt misschien veel dingen doen, maar door overprikkeling is dit lastig.

We zien ook dat mensen die snel overprikkeld zijn minder makkelijk contact hebben met anderen. Als het je bijvoorbeeld niet meer lukt om samen iets leuks te doen omdat je dan in situaties komt waarin je snel overprikkeld raakt, maak je de afspraak bijvoorbeeld maar niet of zeg je een feestje toch maar af. Mensen begrijpen dit vaak niet, waardoor je je eenzaam kunt voelen.

Tips voor mensen met overprikkeling en hun naasten

  • Tips voor mensen met overprikkeling

    Een belangrijke eerste stap is het herkennen en erkennen van je eigen klachten. Dit kan je al een stuk rust geven. Het is belangrijk om te leren accepteren dat je veranderd bent. Van daaruit kun je gaan kijken hoe je weer vooruit kunt gaan. Vaak zijn er nieuwe manieren om beter met je klachten en beperkingen om te gaan. Enkele tips zijn:

      • Ga naar je huisarts om je problemen te bespreken en vraag om een dubbele afspraak, zodat je meer tijd hebt.

      • Leer omgaan met je gevoel voor tijdsdruk. Plan voldoende ruimte in voor je activiteiten.

      • Ontmoet mensen op een rustige plek, bijvoorbeeld bij je thuis of in een bibliotheek.

      • Als je weet wat je eigen beperkingen zijn en wanneer je last hebt van overprikkeling, kan het je helpen om ermee om te gaan. Je kunt dan ook duidelijker uitleggen aan een ander wat jou helpt.

      • Maak bespreekbaar in je eigen omgeving hoe je je voelt. Andere mensen zien meestal niet of je overprikkeld bent. En voor de meeste mensen is het bijna niet voor te stellen wat het is om last te hebben van overprikkeling.

      • Zoek steun bij lotgenoten.

      • Zorg dat je de dingen die voor jou belangrijk zijn (werk, school, goede vrienden of familie zien of sporten) toch blijft doen, maar creëer genoeg rust ervoor en erna. Zorg wel dat je prikkels niet volledig uit de weg gaat. Dat kan je overprikkeling erger maken.

      • Probeer signalen van overprikkeling te herkennen, zodat je op tijd rust kunt nemen.

      • Schrijf je verhaal op: als je last hebt van overprikkeling kun je je ervaringen opschrijven of laten opschrijven. Er verandert veel in je leven en dat moet je dan allemaal ook nog verwerken. Je verhaal opschrijven kan helpen om meer grip te krijgen op de nieuwe situatie.

      • Probeer je nieuwe situatie te accepteren en probeer er ondanks alles iets van te maken.

  • Tips voor naasten

    Als je naaste last heeft van overprikkeling, dan is dat niet alleen zwaar voor de patiënt maar ook voor jou. Een paar dingen die je kunt doen:

      • Zorg voor rust in huis: meerdere dingen tegelijkertijd doen kan spanning veroorzaken bij je naaste. Zet daarom de tv of radio uit als jullie met elkaar praten. En nodig niet te veel visite tegelijk uit.

      •  Zorg voor regelmaat: het kan helpen om op vaste tijden te slapen, eten en dagelijkse activiteiten te doen.

      • Benadruk wat er goed gaat. Zeg niet ‘ga je nu al weg?’ als iemand maar kort op je feestje komt. Maar vertel hoe fijn je het vindt dat diegene erbij was. Voor iemand met overprikkeling kan een kort bezoek namelijk al een hele uitdaging zijn.

      • Onderneem samen een prikkelarm uitje, zoals een wandeling in het bos. In de prikkelarme cultuuragenda vind je allerlei culturele activiteiten, zoals een prikkelarm bezoek aan een museum of theater.

      • Probeer signalen van overprikkeling op tijd te herkennen bij je naaste. Moedig je naaste aan om dan even te rusten, of om een prikkelarme omgeving op te zoeken.

      • Zorg ook goed voor jezelf en blijf bewegen: dit kan zorgen voor minder stress, meer energie en betere slaap.

Tips voor mensen met overprikkeling

Een belangrijke eerste stap is het herkennen en erkennen van je eigen klachten. Dit kan je al een stuk rust geven. Het is belangrijk om te leren accepteren dat je veranderd bent. Van daaruit kun je gaan kijken hoe je weer vooruit kunt gaan. Vaak zijn er nieuwe manieren om beter met je klachten en beperkingen om te gaan. Enkele tips zijn:

    • Ga naar je huisarts om je problemen te bespreken en vraag om een dubbele afspraak, zodat je meer tijd hebt.

    • Leer omgaan met je gevoel voor tijdsdruk. Plan voldoende ruimte in voor je activiteiten.

    • Ontmoet mensen op een rustige plek, bijvoorbeeld bij je thuis of in een bibliotheek.

    • Als je weet wat je eigen beperkingen zijn en wanneer je last hebt van overprikkeling, kan het je helpen om ermee om te gaan. Je kunt dan ook duidelijker uitleggen aan een ander wat jou helpt.

    • Maak bespreekbaar in je eigen omgeving hoe je je voelt. Andere mensen zien meestal niet of je overprikkeld bent. En voor de meeste mensen is het bijna niet voor te stellen wat het is om last te hebben van overprikkeling.

    • Zoek steun bij lotgenoten.

    • Zorg dat je de dingen die voor jou belangrijk zijn (werk, school, goede vrienden of familie zien of sporten) toch blijft doen, maar creëer genoeg rust ervoor en erna. Zorg wel dat je prikkels niet volledig uit de weg gaat. Dat kan je overprikkeling erger maken.

    • Probeer signalen van overprikkeling te herkennen, zodat je op tijd rust kunt nemen.

    • Schrijf je verhaal op: als je last hebt van overprikkeling kun je je ervaringen opschrijven of laten opschrijven. Er verandert veel in je leven en dat moet je dan allemaal ook nog verwerken. Je verhaal opschrijven kan helpen om meer grip te krijgen op de nieuwe situatie.

    • Probeer je nieuwe situatie te accepteren en probeer er ondanks alles iets van te maken.

Tips voor naasten

Als je naaste last heeft van overprikkeling, dan is dat niet alleen zwaar voor de patiënt maar ook voor jou. Een paar dingen die je kunt doen:

    • Zorg voor rust in huis: meerdere dingen tegelijkertijd doen kan spanning veroorzaken bij je naaste. Zet daarom de tv of radio uit als jullie met elkaar praten. En nodig niet te veel visite tegelijk uit.

    •  Zorg voor regelmaat: het kan helpen om op vaste tijden te slapen, eten en dagelijkse activiteiten te doen.

    • Benadruk wat er goed gaat. Zeg niet ‘ga je nu al weg?’ als iemand maar kort op je feestje komt. Maar vertel hoe fijn je het vindt dat diegene erbij was. Voor iemand met overprikkeling kan een kort bezoek namelijk al een hele uitdaging zijn.

    • Onderneem samen een prikkelarm uitje, zoals een wandeling in het bos. In de prikkelarme cultuuragenda vind je allerlei culturele activiteiten, zoals een prikkelarm bezoek aan een museum of theater.

    • Probeer signalen van overprikkeling op tijd te herkennen bij je naaste. Moedig je naaste aan om dan even te rusten, of om een prikkelarme omgeving op te zoeken.

    • Zorg ook goed voor jezelf en blijf bewegen: dit kan zorgen voor minder stress, meer energie en betere slaap.

Ben jij een naaste van iemand met overprikkeling (of ervaar je zelf overprikkeling)? En wil jij een persoonlijk AI-gegenereerde afbeelding van hoe jij overprikkeling bij je naaste (of bij jezelf) ervaart? Help de wetenschap en vul de online tool ‘Praten over prikkels’ in!

Het werkt zo:

1. Je beantwoordt een aantal vragen

2. Je laat AI twee plaatjes maken

3. Je beantwoordt een aantal vragen

 Jouw antwoorden worden door wetenschappers gebruikt om onderzoek te doen naar hoe we overprikkeling beter bespreekbaar kunnen maken.

De Hersenstichting heeft bij het opstellen van deze tekst dankbaar gebruik gemaakt van adviezen van: 

  • prof. dr. Caroline van Heugten, hoogleraar Klinische Neuropsychologie, Universiteit Maastricht en Hoofd Expertisecentrum Hersenletsel Limburg
  • Dr. Marilien Marzolla, onderzoeker en docent bij Expertisecentrum Hersenletsel Limburg en Universiteit Maastricht
  • prof. dr. Iris Sommer, UMCG te Groningen
  • dr. Nathan van der Stoep, Universiteit Utrecht
  • Dr. Tanja Nijboer, neuropsycholoog, Universiteit Utrecht, Psychologische Functieleer, Neuropsychologie, SMARTneurolab
  • Ariana van Schaaijk van Hersenletsel-uitleg.nl

 

Laatste update: november 2025